170718 en 19 Advocate Harbor Cape D’or

Gadegeslagen door de nep uil op de kniester tegenover ons, brengen we de nacht in alle rust door.

 Geen geweren of honden of vroeg wakkere kids. Toch op tijd weg is het devies want we moeten een stukkie. 

Eerst naar Judique, we zijn vergeten waarom maar het daagt als we er zijn. Er is een Ceilidh Music centrum met koffie maar zonder life muziek, dus Mar wil verder rijden. Ook de Kintyre farm waar keltische festiviteiten worden georganiseerd krijgt onze goedkeuring niet, want het is er doods en over het toegangspad past geen camper.

We passeren Antigonish waar we mazzel hebben bij een lange wegopbreking; onze kant mag rijden. Flink verder bij Port Hastings is de Harbour Overlook bij het lokale Quilt&History Museum. Omdat we ons anders quilty voelen gaan we er naar binnen en hebben daar geen spijt van. Tal van nieuwe feitjes komen we tegen over toch weer de Mi’kmaq, ontstaan en ontwikkeling van Canada etc.  Bijv. Nigmak=Mi’kmaq=vriend. Het rijke symboolschrift.  De naam Canada komt van de indianen, canata=dorp. Wigwam komt van het woord ‘wukom’ voor woning. Koren, uien, bonen, aardappels, maple syrup, rijst werden al door de natives geteeld en verhandeld als ze niet sportten met kano’s, sledehonden, sneeuwschoenen etc. Weven en manden etc. vlechten konden ze als geen ander. Handel was normaal. Recht was echt rechtvaardig en geen wetvasthoudendheid.

De haven van Hastings is zeer bijzonder. Aan de ene kant van de dam is het water ’s winters één graad warmer zodat dit de enige haven is die hier niet dichtvriest. Zodra we over de dam zijn, volgen er meer want de brug was net even open. Daarmee verlaten we Breton Island, de oceaan en de Ceilidh trail en rijden richting Truro en Advocate Harbor via steile en minder steile rechte wegen met soms enorme vergezichten. De wegen zijn hier prima. Overal gemengd bos of is het woud. Overal water, zelfs de lisdodde groeit vaak en veel aan de wegrand.

Geheel ongewenst rijden we via Economie, vanwege een interpretatie foutje van de baas. Daardoor zien we echter wel de noord-west zijde van de Baai van Fundy met eb en dus met grote vlakken droogvallend zand,  en rijden we 80km om (=anders) via matig tot slechte wegen, scherpe bochten, steile hellingen en veel remmen en terugschakelen omlaag en omhoog. 

Vlak voor Advocate Harbor rijden we een bord voorbij dat naar Cape Gold wijst. Terug en daar naartoe dus met enige schrik want het is een steenslag zandpad. De Zwerfuil heeft hier een hekel aan want die neigt tot het spinnen van de wielen wat op een helling best eng is. Het lukt en bovenop vinden we een plekje voor de nacht, prima uitzicht over de Fundy en twee vuurtorens waarvan één naast de auto en drie trails. Ook is er een vlonder dat op de beneden gelegen vuurtoren en omgeving uitkijkt. De korste trail doet een ommetje met door bosjes en bossages geblokkeerd uitzicht op de Dory Ribs bij de onderste vuurtoren.

Eb en vloed denderen hier met 85 vierkante km met 15km/u water tegen een paar kerende rotswanden via meerdere stromen, wat ongekend geweld en ’s werelds hoogste tijverschil van 3m oplevert dat zichtbaar wordt als ook die terugbuigende stromen over onderwaterse wasborden en basalten riffen moeten hobbelen. Boven water zie je dat als wild water in een verder schijnbaar stille baai.  Elke 3u draait dit om. Wij zien de vloed nog net twee uurtjes bezig voordat het te mistig wordt, waardoor de automatische misthoorn telkens drie lange tonen laat horen die 5x weerkaatst worden elders. Morgen gaan we dit hier goed bekijken en overmorgen in de haven.

In de Mi’kmaq overlevering van 8500 jaar is deze kaap de woonstee van een woesteling, Glooscap, die het landschap vormde en desgewenst misvormde. Zo onstonden eilanden in kookpotvorm, eland, etc. Zo ook creeerde hij enorme bevers, die echter stromen afdamden zoals de Gape Gold, de haven van Advocate en de Dory Ribs. Deze gebieden zag Glooscap als zijn achtertuin en hij sloeg met zijn kanopeddel de afdamming aan flarden, die nu nog als eilandjes zijn te zien bij eb. Ook veranderde hij de reuzen beverjongen in de nu normale afmetingen en de moeder in een berg. Apart is nu dat archeologisch onderzoek resten naar boven brengt van 3m hoge reuzenbevers met tanden zo groot als bananen uit deze streek van 8500 jaar oud…

Wat valt ons op vandaag? Bij een wegopbreking zie je dat je in één baan moet invoegen door de inhaalverbodsborden die aan de wegzijden op de grond staan. De percelen lijken hier kleiner, de woningen zijn net zo gevarieerd maar liggen meer bij en aan de weg. Sommige elektrapalen hebben een aparte bouw, net de bouw van een man zonder hoofd met opgetrokken schouders met zijn handen in zijn  zij; driehoeken dus.

Beestjes en plantjes: Konijn. De gors is weer gezien en gehoord. Twee raven in een boom. Een wrschl Common Yellowthroat. 

Lisdodde. Geen racoon, skunk, etc.

Als we morgenochtend de misthoorn horen, kunnen we uitslapen tot 9u……dan wordt het eb en willen we de hele santekraam aan wateromwentelingen meemaken.

170719 Port Harbor

De blog loopt een dagje door. Vanochtend horen we de misthoorn, de voorruit is nat en het gras ook, geen bomen of rotsen of vuurtoren te zien beneden. Wel een konijn. Dichte mist dus.  We besluiten de aftocht te kiezen en de rit omlaag op de kiezels en hellingen in zijn 2 valt mee. 

Een paar hondefd meter verder is de deceptie. Ik verwachtte een idyllisch havenbeeld. Er is wel een onzichtbare baai met afgeschut havendeel waarin een handvol schepen hangen. Jawel, hangen want de eb is al halverwege maar goed zichtbaar. Steeds meer zeebodem verschijnt onder de schepen en nog is het geen doodtij.

De vis wordt hier duur betaald, inkoop. Een kistje haringachtig aas kost $60, een kist $600, een licentie kreeftvissen $1milj./jr. Ze gebruiken ook haddock (kabeljauw oid), rock-en redfish als aas voor de kreeften, alles 3m omlaag getakeld.

 In het najaar varen ze dagelijks, nu tweedaags en in de winter vangen ze scallops (schelpdieren) . Prompt om 7u varen en om 19u terug, anders:

staat het water 3m te laag en is de baai leeg.

Vanavond 9u of morgenochtend 10u checken we hoogtij. Nu is het tijd om de lunch (vis en mosselen) uit te buiken (Mar) en alles op de camping aan te sluiten (ik).

Beestjes, plantjes: Blauwe reigers (2) op het wad met hopies Zilver meeuwen en een enkele juv. Mantelmeeuw. Stel eenden (eiders?), 10tal Can.ganzen.

170717 Glenville Maboe Inverness beach Hood

We overnachten naast een loods waarbij een hoop kreeftenvisserijspullen liggen opgeslagen ergens tussen Cheticamp en Glenville.

 Een hond blaft diep, doorlopend en indringend, en na verloop van tijd voegt een tweede keffer zich er bij.  Mar merkt op dat er iets bij de Zwerfuil is en er tegenaan gaat. Ik lig er al in en word niet gewekt. Even later loopt iemand met een zaklantaarn rond in de buurt. Weer even later knalt er vlakbij een geweer, dan weer iets verder weg en daarna weer. Dan wordt het stil, de honden ook. We pitten een gaatje in de ochtend en kijken nog even naar een voor ons nieuwe plant, de ‘flessenrager’.

We verlaten de Cabot Trail en gaan de Ceylidh Trail op; inderdaad, Keltisch weer!

Op naar Glenville waar de Glenora first malt whisky destilleerderij een mooi landgoed verfraait met zijn typische pagode vormige dak met twee schoorstenen

, waar het ontkiemende graan wordt gedroogd alvorens te fermenteren en minstens 10 tot 25 jaar te liggen smaakvatten.

 Mar laat zich de 10-jarige goed smaken, ik hou het bij een slokje. Onze Glenfiddich wordt ietwat minachtend een ‘blend (menging)’ genoemd. Voor straf nemen we alleen een fles Maple Sirup mee. Bij de koffie klinkt Keltisch cd-gefiddl. We vinden het prima, en merken dat het luisteren zonder ook als publiek te dienen ook wel bevalt.

Dan richting Mabou waar de ‘beroemde’ Red Shoe Pub, hèt Keltische Muziek  centrum van de nog beroemdere 

Rankin Sisters, makkelijk te vinden is langs de hoofdweg. 

Elke dag life muziek met alle groten der fiddlers etc., zoals ook de foto’s aan de wand tonen. De patio is vol en binnen is het koel. Gelukkig is het lunchtijd anders haden we er niets te zoeken behalve die heerlijke keltische cd-muziek weer. De chowder is niet de beste, idem de tomatensoep. We wachten de avond niet af omdat er te veel te grote speakers bij het podium hangen, en omdat we nog naar de grocery moeten hier of in Hood.

Dus eindigen we bij de foodshop in Hood en er naast bij de camping Sunset Sands in Inverness Beach. Voor de verandering is er prima wifi, en een iets te dure douche en wasmachine.  De PC gaat aan het werk en heeft veel in te halen aan backupwerk van dropbox etc. naar de nas thuis. Dropbox loopt vol en vraagt straks ook actie. De mail doornemen en schonen, etc. Rustig, leuk, nuttig dagje. Onze laatste dag op Cabot Island.

170716 Ceticamp

Rustig opstaan heeft z’n charme, en we hebben een rustig dagje in het vooruitzicht. Eerst wat fotootjes maken van de wildbestendige afvalbakken en van de elektra-paal, daarna de watertank vullen en toilet ledigen. Vuilwater moeten we elders kwijt. 

Alles is opgeladen, en we rijden naar de Trois Pignons waar een beroemde dame haar knoopkunsten laat zien, en een Arcadisch museumpje beheert. Haar ‘tapijten’ zijn zo bekend dat ze de o.m.  afbeelding van Jacky Kennedy/Onassis mocht maken, die elders beroemd hangen te zijn. Touristisch en cultureel is het verhaal van de Arcadiens boeiender, zie vorige blog. Hier hangt de geknoopte ‘stamboom’ van die familienamen die zuiver Arcadisch de Engelse zuiveringen overleefden in dit gebied. Weer heel typisch, die overlevering van hun eigen dialect,  van het hoog-Frans en hun gewoonte dat over te dragen. Mi’kmaq, Kelten en Arcadiers delen dat en dat maakt de streek hier heel bijzonder.

We nemen afscheid van dit gebied met een visserman’s diner en komen er achter dat we dus Snow Crab en Scotia Lobster gaan eten na een Seafood chowder die meer op groentesoep lijkt en voor een appeltaart dessert dat we laten opboxen. Hier is voldoende wifi om te up-dropboxen, de rest komt wel eens.

Echter, daarvoor gaan we weer met de boot de zee op, nadat Mar rum en wijn heeft ingeslagen bij de NSLC er tegenover. We zien weer een heel ander stuk zee, maar meer ook eigenlijk niet en doen daar ruim 3 uur over.

 Beestjes en plantjes: Gisterenavond zien we een konijn. Op zee zowaar een kop en lijf van een grijze zeehond, op 500m een blower (fontein van een zijn neus snuitende walvis), en wat rimpelingen die als Minke Whale werden geidentificeerd, voor wie dat gelooft.

Wat valt op vandaag: de economie loopt hier terug. Bedrijven stoppen, gebouwen leeg. Je ziet het niet maar hoort het van meerdere locals. De vlag van de Acadiens is Frans met een gele ster in het blauw; ik ben benieuwd of de Cajuns (verbastering van Canadiens) in het zuiden rond Lafayette dat ook nog hoog hebben; we gaan het zien ergens in october. Mar wordt echt bruin(er).

Geen goede wifi, geen foto’s in wordpress. Zo mogelijk wel in dropbox zsm.

170715 Pleasant Bay

Alweer op tijd op, hoewel de Mi’maq families naast ons al om 5u vertrekken…., gaan we rond 8.30u op pad. Gelukkig is het zaterdag want om de haverklap zijn er weer wegopbrekingen, echter vandaag zonder wegwerkers. Dus doorrijden. Echt doorrijden kun je het niet noemen.. eén en al slecht wegdek, doodvermoeiend in combinatie met steil op en omlaag en links en rechts om alle gaten heen en bochten door. Soms is het wegdek in eens goed, even. Er staat goed een adviessnelheid aangegeven bij bochten, hellingen en onderbrekingen, maar de remmen gaan toch even goed stinken door al dat remwerk. We leren het uiterste van de motorrem vragen…. en staan vaker even stil. Feit blijft dat het niet opschiet zodanig dat we geen trails lopen naar wel overal op tijd zijn. De auto wordt goed smerig de eeste meter van onderop.

Prachtige stukjes langs de kust, baaitjes vooral, verliezen het qua massa van de hoogten en laagten met berken/dennen bossen met slechts zelden een doorkijk. Geen Moos, Elk, Coyote, Racoon, Black Bear. We passeren het meest noordelijke punt van ons eerste halfjaar op dit continent. Vanaf nu volgen we de zon naar het zuiden. Twee dagen geleden passeerden we het 2% km moment van onze hele CAN/USA reis.

Onderweg stoppen we bij een korte trail naar een met riet bedekte demohut met een meter dikke muren, zoals deze door de herders in de zomer werden gebruikt. Er staan coyote waarschuwingen bij, en hoe te handelen als deze je benaderen. De hut ligt in het best bewaarde Suiker Esdoorn (Sugar Maple) bos met een diepe humus en grond laag met veel water waar ze diep en breed kunnen wortelen. Overal waar je kijkt zie je mini Esdoorntjes, die op hun kans ooit wachten. 

Op tijd houdt vandaag in, aan de westzijde in Pleasant Bay om 11u.30 waar de boot van Captain Mark om 13u vertrekt. Volle bak, op naar de walvissen!! Eerst nog eigen koffie en toilet en smeren met factor 30 om Mar nog roodbruiner te maken, en dat lukt. Rustige zee, volle zon, geen wind bijna. De jas gaat voor niets mee, de camera niet.

Beestjes en plantjes: na een half uurtje  op zee begint het Pilot Whale festijn. Het blijkt dat wat we eerder dolfijnen doopten in George Bay ook Pilots waren. Duidelijke neusgaten die hoorbaar blazen, zo dicht komen we bij ze. Ze zijn een slag groter en zwaarder dan dolfijnen en hebben een afgeronde naar achter puntende rugvin. Moeders met pups naast elkaar duiken frequent op en zijn soms wat langer weg en onder in twee keer een groep van een tiental dieren, die we steeds weer opzoeken en tegenkomen. Geen Grijze of Vinvis walvissen, maar klein is fijn!! Op de terugvaart komen we een paar Bald Eagles tegen, zittend en vliegend en een aantal Jan van Genten en Zwaluwen aan de kust. Geen koeten, etc. Onderweg naar Ceticamp zitten er twee Pestvogels met prachtige fel gele eindstreep op de staart, rode vleugelfranje en prachtige zachtbruine kuif en verder bruin-beige kleurig (Cedar Waxwing).

Op de camping in Cheticamp staat een waarschuwingsbord dat er beren kunnen zijn. Plotseling worden we nu in het Frans aangesproken!?! Dat komt omdat het hier sinds 1870 een Arcadische enclave is waar de door de Engelsen verslagen Fransen, oftewel Arcadiens, geassimileerd werden danwel vermoord of verbannen in gammele zelfmoordscheepjes, ‘resistance is futile’ dus. Echter, een groep bleef in het hoogland en slaagde er in hun Arcadische cultuur te behouden in dit stukje Breton Island.

Wat viel ons op vandaag? De afvalbakken staan schuin en zijn aan de bovenzijde naar je toe gekanteld. Slaande en maaiende poten glijden zo af. Ook kun je ze niet zo maar openen, maar vraagt dit een speciale grip, of is er maar een kleine opening. Hoewel het een Nat.Park is, komen we vooral veel in het begin aan de oostzijde, maar ook tussen door woningen, kerken en bedrijven tegen, ook kunstenaarsateliers van van alles. Is de natuur bijzaak? Slechte wifi hier op de Ceticamp camping, geen foto’s hier voor wordpress. Wel elektra direct op de 110V stekker van de converter hoewel gek genoeg de stroom dan niet op gang komt, totdat het tussenstuk uit Antigonish er tussen wordt gezet. Zou deze 50A terugschroeven naar 30A en zou anders mijn converter niet willen werken boven 30A?

170714 Baddeck en Cabot Trail

Vannacht gingen we 5.30u 500m verkassen van het Bell Museum naar de haven van Baddeck, dat hadden we de security mijnheer toegezegd zodat we niet meteen daar weg hoefden van de hoogste parkeerplek, toenwe al bijna sliepen. Aan de haven bij een stapel houten kreeftenvangkooien staan we prima en prachtig, nappen we nog wat uurtjes en ontbijten we aan de waterkant. 

De convenience store op nog eens 500m heeft niet alle boodschappen die we nodig hebben en we gokken op meer, onderweg naar de Geilidh Heritage school in St.Anne. Vanwege de wegopbrekingen zijn we daar iets te laat maar mooi op tijd om het kiltvouwen te zien waarna een kerel er op gaat liggen zodat hij zijn riem er halverwege onder om heen kan doen, om zich zelf kan vastgespen en zo kan opstaan met een kilt om. Aparte manier van opstaan en aankleden. De lap stof wordt dan dubbel gedragen waarbij de buitenkant zo nodig als mantel om de schouders of schouder kan worden gedrapeerd. Multifunctionele lap stof met ruitpatroon dus, waar de vrouwen een jaar over deden om dat te weven. Bijgevolg wordt de kilt afgeworpen als de kerel ten stijde trekt of zich anderzins bevuilt; daar komt de fabel (?) vandaan over naakte schotse wilden… Vervolgens volgen we (ze) een lesje Keltisch uitspreken en zelfs zingen en fiddlen voor beginners voordat we in de kantine een lange rij in mogen voor de (niet Keltische) lunch met (wel Keltische) muziek. 

Jawel, de school is in trek en goed gevuld. Prachtig zoals en  dat deze tradities juist in het van de wereld tot 1954 afgesloten Breton Island zo goed behouden zijn gebleven, dat men zelfs uit de Keltische taalgebieden Schotland, Ierland, Man en Breton hierheen komt om het te leren.

Met weer wat wegopbrekingen komen we via steile en minder steile, lange en korte bochten en hellingen met meestal matig wegdek  aan het begin van de Cabot Trail oost. Het traject loopt door de berken/dennen bossen met veel waterbergingen, meertjes en langs eerst de Bredoor en dan langs de oceaan waar je flarden van ziet. 

Nog even wat aanvullende boodschappen doen in Ingonish, het groene pasje laten zien bij de parkingang en we mogen door en er in en naar de campground een km verder om 16u. Mar gaat frobelen in het zonnetje alvorens zich weer met volle overgave op haar ckqtaak te storten.

Wat valt ons op: bij wegopbrekingen wordt je ruim op tijd met vlaggen en borden gewaarschuwd, zelfs dat er ‘double fines’ verdiend kunnen worden, staat er een mannetje in geel met wat rood pak met een bord in zijn handen met aan de ene kant Slow en op de andere kant Stop er op, en rijdt er vaak een speciale ‘follow me’ wagen die de karavaan voorgaat en het tempo laag houdt. Hier op de camping zie je vaak dat er over de picnicset (tafel, banken) een tent wordt gezet die regen en insecten buitenhoudt en er zo een afgesloten ruimte met uitzicht ontstaat, waar het hele hebben en houwen aan keukenspul in wordt gesleept. Uiteraard is de buitenbarbecue met de houtblokken gewild speelgoed en bezigheid. Opvallend: Je ziet nergens op of bij het water of de waterbergingen enig dierlijk leven, letterlijk uitgestorven eenden, meerkoeten, waterhoen, zwanen etc.? En dat is de hele reis hier al zo. Reden? Ook in de bossen is het (te) stil.

Beestjes en planten: Baddeck haven:boeren- en huiszwaluwen (gisteren ook oeverzwaluwen). Gannets (Jan van Gent) en meeuwen boven de zee en Bredoor. Een specht hier op de camground. Een groep Canadese ganzen bij een wateruitloop van een meer. Altijd wel kraaien, die soms erg vreemd klinken (juvenielen, Mi’kmaq of Keltisch?).

Wifi op de camground waar je geen electra-aansluiting hebt is al erg netjes, ook al is het bereik uiterst beperkt tot één plaats. Dat het uppen van foto’s in wordpress dan niet wil lukken is niet onverwacht…..( zie dus de links naar dropbox, die overigens al aardig volloopt).

170713 Big Bras D’Or en Baddeck

Gisterenavond sagen we de son in de see sakken. 

Vanochtend geldt: Op tijd op = op tijd weg = op tijd zijn. Dus zijn we riant op tijd in Big Bredoor om de bootocht van 13.30 naar 10u te kunnen verplaatsen en te nemen naar de Bird Islands

 die 40 minuutjes varen verderop liggen. De Puffin Express belooft wat!

Het valt niet mee foto’s te nemen die naderhand nog iets ‘zeggen’. De afstanden zijn groot, het water schittert en de zon staat vaak tegen. In het water zijn de dieren niet of nauwelijks in de lens te krijgen. Niettemin is het een zegetocht die het vogelaartje blij maakt.

Plantjes en Beestjes:  Puffin=Papegaaiduiker, veel.  


Quillemot=Zwarte Zeekoet, nog meer.  RazorBill=Alk, net zo veel.

 Bald Eagle=Amerikaanse Zee Arend, tientallen.

Grijze zeehonden, tientallen. Aalscholvers, nog meer. Gannet= Jan van Gent, een paar. Eidereenden, paar mannen, meer vrouwen, Meeuwen, veel Mantel- en Zilver-meeuwen en een stuk of wat Kittiwakes=Drieteenmeeuw. Eén steltloper spec. Broedende Blauwe Reigers. Op de terugvaart zitten er met regelmaat Bald Eagles in boomtoppen langs het water. Hopelijk zijn de fototoestelfoto’s beter…

We vernemen dat de kreeftenvisserij tot 20% achteruitloopt en dat de teruglopende oliewinning veel mensen werkeloos maakt. Inderdaad zien we om de haverklap huizen met flinke lappen grond te koop staan. Maar ook zien we nog aanbod van nieuwbouw met veel kunststof aan de buitenkant, wat je overigens overal ziet. 

Voordat we verder rijden nemen we water in, want we zijn een paar dagen op ons zelf aangewezen. Daarna is Baddeck de plek in het vizier waar het Alexander Bell museum is gevestigd. Deze man’s missie was het doven aanleren om verstaanbaar te zijn en hij ontwikkelde een strottenhoofd/ademhalings en mondstand-manipulatie en schrift methode daarvoor. Tussendoor vond hij van alles uit net als Michelangelo; echter bij Bell werkt het!. Unieke vent in een ontdekkende wereld rond 1880.

Om 5u is de wifi daar tot stilstand gekomen, en gaan we 1,1 km verder naar St. Michael Parish Halletje, waar een Geilidh wordt verzorgd. Eerst een tukkie doen en de wifi in de buurt even lenen; vandaar deze publicatie!

Deze Geilidh is weer anders, nu met guitaar en fiddle van twee stellen. Geheel in de Geilidh geest word een voorbijganger van straat geplukt die daar voorbij liep met een viool. En al snel deed hij lekker mee. Afgesloten met een tapdance is ook dit weer een feest, geheel in Cape Breton Island hooglandsfeer.

170712 Louisbourg en Sydney Mines

Goed uitgekiend zijn we voor 9u in Louisbourg op parking 1, waar de koffie gezet wordt voor tussen de middag. Met zo ongeveer de tweede bus worden we om 9.45u van het entreegebouw naar het fort gebracht. Dit fort was rond 1750 de drukste Franse haven hier, pal (!) west van Cherbourg, Fr. In 1758 maakten de Engelsen gehakt van ze. 

Het spul is in de loop der tijd tot de fundamenten afgebroken en hergebruikt elders. Dit fort nu is compleet opnieuw opgebouwd als belangrijk Canadees monument. Er lopen veel gekostumeerde figuren rond die de tijd van toen uitbeelden.

met een complete herinrichting, zelfs met hurdy-gurdy. 

Een boeiend, coherent en interessant geheel houdt ons de hele ochtend bezig.

Riant op tijd taaien we af richting Sydney Mines waar een collectie locale fossielen ruim 4 biljoen jaar van ontwikkeling van de flora documenteert. Ongelooflijk wat ze uit wat versteende brokken kunnen halen. 

Hier hebben ze lichtsnelle wifi en internet. Dagen achterstand wordt zo snel ingehaald. Blij met ze, en we zitten nog een uurtje in de Zwerfuil voor de deur te wifi-en. Dan gaan we de kant van Big Bras D’or op.

Nb. Het kan zijn dat wordpress meerdere publicaties onder één publicatiedatum zet, door-scrollen dus!

Wat viel op vandaag: Ruim te voren wordt aangegeven dat de max. snelheid vermindert, zodat je met het loslaten van het gaspedaal al redelijk op die snelheid uitkomt.

Beestjes en plantjes: veel Boerenzwaluwen bij het fort.

170711 Eskasoni Iona Sydney

Zonder wekker vroeg op lukte vandaag vanzelf. Eerst de watervoorraad aanvullen, toilet en grijs water legen, dan naar de receptie beneden rijden waar wifi is en waar we dus ontbijten. Die wifi valt tegen.

Dichtbij komen we snel bij het St.Peterkanaal met twee sluizen, waar we overheen lopen op zoek naar de Historic archeologische site waar bewezen is dat de Mi’kmac hier al 10.000 jaar rondsluipen en lopen en nu nog met zo’n 20.000 man/vrouw. We vinden wel een museumpje met jaren 30 spul, maar niet die site. 

Op weg dus naar Eskasoni, via de oostzijde van de Bredoor, het centrum van het indianengebied hier.  Rond 12u komen we daar aan om opnieuw aan de kant een schoolbus te zien staan. 

De eerste was omgebouwd tot straatsnackcar. De anderen staan geparkeerd, logisch want de hele mikmak is op vacantie!! We voelen ons wel erg Pji’lasi aan de Richard ave, hier.


Onderweg neemt het aantal Keltische namen sterk toe. We steken via een lage dijk een zijloop van de Bredoor over. Hier zijn veel Schotten gesetteld, wat ook blijkt uit het High Village Museum in Ilona, waar een tiental woningen en kerk van het eerste kolonisatiemoment (muren van keien, dak van gras) tot 1950 te bewonderen is, incl. inrichting, werktuigen en dieren. We moeten van Mar samen even in een IJsslede

, want dat deden we bij ons trouwen in L’dam ook, immers. Het gekostumeerde personeel, deels zelfs universitair Keltisch geschoold, weet veel te vertellen en houdt ook met de bezoekers een Ceilidh (visite, bijeenkomst, al dan niet met muziek en dans) en singen een song. Ze vinden het tamelijk normaal dat 30.000 Kelten de natives gaandeweg verdrijven…..  Dan pakken ze de fiddle, wat wij al kennen van eerder in Antigonish. 

Wat ons is opgevallen op een info-bord, is dat al die Kelten uit Schotland de daar aanwezige geografische indeling hier kopieerden bij hun kolonisatie. Hoe ze dat toen al dan niet bewust organiseerden is me een raadsel, maar het is nog steeds zo.

Voor ons is het tijd verder te trekken langs de Bredoor richting Sydney naar de Walmart voor boodschappen en op zoek naar diesel, want de tank is weer half leeg. Een vriendelijke vent googlet waar we wezen moeten; 5km verderop oost. Thanks!!

Net uit Sydney richting Louisburg nemen we een rustig uitziende brede zijweg met redelijk wegdek, om te zien of er een rustig plekje is. Bij boomstammen is meestal ruimte want daar wordt gewerkt, ook hier dus is een klein stukje het bos in. De buurman ziet ons twijfelen en vraagt of we verdwaald zijn om meteen aan te geven dat we welkom zijn op dat plekje. Niet schrikken van jeugd of Racoons en hondenuitlaters, maar dat waren we al niet van plan. Iets later komt hij even buurten. Nog iets later zijn vrouw met kleinzoon met jetlag, uit Edmonton. 

Uit het bos klinkt gezellig tuinfluiter/zwartkop-achtig gekwinkeleer, een Robin zingt zijn trage merel-avondlied, maar wil niet scherp op de foto.

Wat opvalt vandaag: de plantjes in de berm. De wegen met overal patchwork en vaak zonder waar dat wel moet; soms zijn er goede stukken! Het rijdt het lekkerst met een gangetje van zo’n 65 in de 5e versnelling met cruise control, waardoor de bak de steile glooiingen met doorlopend flauwe tot plotseling lastige bochten soepel neemt; hoewel we regelmatig in de 4 of zelfs 3 moeten overnemen met voetgas. Opnieuw blijkt het hier een goede gewoonte iets wat komt aan te duiden wat dan nergens daadwerkelijk komt of opnieuw wordt aangeduid.

Mar heeft goed geoefend bij de dagopvang en meet Spits zijn indianenhoofdtooi aan. 

Beestjes en plantjes: verbazend hoe de bermplanten hier hetzelfde zijn als in Nl. Harig wilgenroosje, kleine ratelaar, vijfvingerkruid, cichorei (brussels lof), etc. Geen Bald Eagle, Moos, Elk, Deer, Coyote, Racoon, etc. Langs het water zien we een groep Cormorants (Aalscholvers) en regelmatig Meeuwen.

170710 Saint Peters

We rijden het gemoedelijke waterrijke Nova Scotia uit en het eiland Cape Breton op en het Mi’kmaq reservaat in naar Whycocomagh, maar dat blijkt slechts een native woonwijk. Buiten onze route, 15 minuten noordelijker, ligt Wagmatcook met heritage center. 

We gaan er heen omdat de route die we wilden rijden, langs de kust van de Bras D’or binnenzeeën zuidwaarts, sterk wordt afgeraden door meerdere personen en omdat we die gewonnen tijd zo kunnen gebruiken voor precies dat waar we voor komen: Mi’kmaq cultuur snuiven. 

En dat lukt! In het te moderne centrum raken we met een authentieke native dame in gesprek die ons wat foto’s toelichtte 

(één toont een manden verkopende medicijnvrouw voor een kolonistenwoning). We hoorden haar met anderen in hun eigen taal praten (opname!!) en gingen daar op in. Er zijn veel dialecten die zelfs onderling niet verstaan worden. De dame vraagt haar neef, die werkt in dit centrum, ons wat zaken te tonen en gaat ontbijten, om 11u….. Erg aardige Indiaanse, knap voor haar (onze) leeftijd maar geen Pocahondas ….

Er wordt speciaal voor ons een video getoond, we krijgen een originele pow wow trommel te zien en een originele wigwam. Pow wow is een bijeenkomst waarin zo’n 7 drummers zangers begeleiden die verschillende thema’s bezingen, zoals ‘voorouders’ en hun geesten, etc. Er vinden vaak pow wows plaats in het Bredoor gebied en daar buiten, en we krijgen een lijstje mee. Een wigwam zoals wij die kennen is eigenlijk een tipi. Een wigwam is een half ronde bolle tent van met pitriet gebonden berkentakken staanders, bedekt met berkenschors, en lijkt qua model wat op de veel grotere mongolische tent. Knap om zo’n wigwam te maken met dat schors!

Het blijkt dat de uitspraak van hun taal sterk fonetisch is met verschillende betekenissen voor bijna dezelfde klank en dat de schrijfwijze in eerste instantie gebaseerd is op symbolen voor begrippen, wat doet denken aan hieroglyfen e.d. Pas later is een benadering daarvan in het romeinse schrift ontstaan. Het wezen van hun cultuur draait net als in het hindoeisme om de balans in de natuur en de permanent cyclische processen daarbinnen. Er moet altijd voor alles genoeg zijn en blijven is hun credo en iedereen moet daar respect voor hebben, waarop hun wijze van samenleven, denken, oordelen en rechtspraak dan ook is gebaseerd. Kern daarbij vormen de gespreksrondes die door iedereen kunnen worden afgeroepen en waaraan iedereen kan meedoen. Consensus is de rode draad, maar de bovengenoemde principes blijven het fundament. Ik krijg een zeer sterk gevoel van verbondenheid en herkenning van de echte waarden op deze aardkloot.

Kolonisatie maakte samenwerking nuttig en onvermijdelijk. De Franse pelshandelaren vormden een ‘overheid’. Hun rechten werden in eerste instantie middels verdragen met deze Fransen goed vastgelegd. De Engelsen vochten echter ook hier hun oorlog met de Fransen uit tot het verlies van Napoleon tijdens de Slag bij Waterloo. Onze Oranjes hadden daar een dusdanig groot aandeel in, dat het vredesverdrag in Utrecht werd getekend. De kolonisatie gooide op zich al sluipenderwijs de Mi’kmaq-waarden ondersteboven, maar de Engels/Franse oorlogen fungeerden als climax.  Juist de vrede van Utrecht (!!) werd de catalisator want bij dat vredesverdrag werden ook de Canadese gevechtsgebieden officieel herverdeeld waardoor de indianen (ze noemen zichzelf ook zo!) zo goed als al hun rechten daarop kwijtraakten. Pas in 1969 is er sprake van een kentering!!! Nu vormen ze zelfbestuur, organiseren hun eigen educatie en houden zo goed mogelijk weer vast aan cultuur en taal. 

We nemen wat aandenken mee (mandje, polsbandje, dreamcatcher, tweetalig kinderboekje), starten de 50km terug, zien geen Bald Eagles, lopen eerst een trail door het Whycocomagk Provincial park, en zijn doorlopend omringd door gemengd bos met nadruk op naaldhout. Dan komen we langs West Bay en de Bras D’or in St.Peters. Op een landtong uitstekend in de Bras d’or (locale uitspraak: Bredoor) liggen de ‘Battery Prov.Park’-campingplaatsen verspreid op en rond de heuvel. Magnifiek plekje zonder lantaarns. Benieuwd hoe de sterrenhemel er uit zal zien. Helaas ook weinig getwiet en wie twiet zie je niet; dat geldt ook voor onderweg: weinig tot geen pietjes. Ik boekte een week later en  nu zitten we zonder elektra aansluiting, maar hebben wel refund plus een mooi plekje met uitzicht op Bredoor. Dat zal vaker gebeuren als we ‘wild’ staan. 

Wat valt ons op vandaag: we zien geen afvalscheiding van glas, wel overal van papier, karton, plastic etc. Er loopt hier een echtpaar met naambadgets en bodywarmer met ‘campground host’. Hij komt ‘even’ langs om zijn diensten aan te bieden en we mogen hem alle mogelijke info vragen. Wat later komen zij langs om een zelfgeschreven lijstje met naam, adres en telefoonnummer te brengen van lpgstations op onze route in Cape Breton.

 Beestjes en plantjes: ‘Zwarte eksters’, 2 raven, paar duiven, kraaien, langs de trail een zwaar en een licht trommelende specht en eekhoorn, robins,  op de camping de ‘grauwe gors’ =Rustic Bunting met het mooie geluidje. Onderweg een tweetal vlaamse (verdwaald?) gaaien = juveniele Blue Jay.

Nb. Volle maan, dus weinig sterren. Ook iets bewolkt plus lichten van de toiletruimte. En het alarm van het trapje werkt weer spontaan. Nu de koelkast nog op 12v….??… Straks checken. Wifi is minder minder; dus resterende foto’s volgen nog.

170709 Antigonish Tug of war

Precies op tijd komen we binnen om nog de prijsuitreiking aan de kleinste danseresjes te zien; wat een ukkies en jammer dat die wedstrijdjes gisteren vanwege het weer ergens in een school zijn gehouden.

Het programma is vadaag een copie van dat van gisteren, dus alles is al vastgelegd, behalve de Tug of War: touwtrekken. 

Het werkt anders dan bij ons waar je bij het touwtrekken je de tegenstander zo snel mogelijk over de middenlijn moet trekken. Allereerst zijn beide partijen even zwaar. Hier zijn het acht man per partij die samen zo’n 400kg wegen.

 Ze graven hun voeten in een geul voor de grip en moeten na het startsignaal  het 15 minuten lang, dus niet korter, volhouden zonder met het achterwerk de grond te raken op straffe van een punt per keer en bij drie punten is het team ‘af’.  Indien het onbeslist is na 15 minuten, dus het markeerlint hangt nog boven de middenlijn, dan komt er één keer 5 minuten bij. Slopend dus, en een tactisch spel waarbij je het juiste aanvalsmoment moet kiezen met de juiste krachtexplosie daarbij. Tussendoor zijn er tussen de ploegen wat kleine schermutselingen, met het doel kleine terreinwinst te maken.

Er zijn vandaag maar twee teams en er zijn twee krachtmetingen. Antigonish wint, hoewel het daar absoluut de 1e keer niet op leek, met een overtuigend eindkrachtspel. De tweede keer dusdanig dat de tegenstander instortend meegesleept werd, mogelijk omdat die bij de 13e minuut een wel heel stevige tussen- of zelfs al de eindaanval inzetten. Indrukwekkend en tot de laatste seconde boeiend.

Mar krijgt er tranen van in de ogen, of liep de antizonnetroep uit…..  we gaan terug en zeggen Antigonish vaarwel en bedankt. Ook de radiomijnheer van 8.98FMX die verslag deed en ons heel plezierig en voorkomend voorzien heeft van schaduw, stoel en koud water. Iedereen die je spreekt hier deelt die eigenschappen, ervaren wij.

We halen weer een esdoorn met walnoot ijsje onderweg, doen de was, nemen weer een douche. Vanochtend is de watertank al gevuld en we weten waar we diesel kunnen (?) tanken bij de Shell op de highway. Morgen gaat het zwerven beginnen.

Wat valt ons op vandaag? Mensen langs het veld vinden het normaal parasols, tentjes, tenten en zelfs partytenten langs dat veld neer te zetten, ongeacht of en wie ze het zicht ontnemen. Anderen gaan daar weer doodleuk voor zitten als daar ruimte voor is. Je ziet nergens blote basten en korte broeken zijn flatteus. Bij de publieke ‘veld’ toiletten, allemaal spik en span en voorzien van toiletpapier en zeep, staan sanistations, ook weer met zeep plus water (zelf voetpompen!) en papieren handdoekjes. Tankstations hier in het stadje hebben meerdere soorten benzine, maar geen diesel. Tanken waar dat kan en desnoods op tijd gaan zoeken dus.

Plantjes en beestjes: morgen weer?