180428 Tuba City Moenkopi

Je staat ineens later op als je nog niet aan de Mountain Daylight timezone gewend bent. De mobiel weigert automatisch te switchen, dus die is op Denver time gezet handmatig. Het is zaterdag en ‘dus’ is het Navajo museum dicht. Pech.De Tuba Trading Post is wel open. Trading Posts zijn in-/verkoop handels die van trappers en natives spullen opkopen en aan reizende handelaren verkopen. In eerste instantie pelzen, maar steeds meer en nu allerlei fraai spul en troep tot aan Himalaya lampen toe. Gisteren misten we de Hubble Post en nu doen we de Tuba trade post (in Tuba City). Ze liggen op de belangrijkste reis- en handelsroutes van weleer. Vanmiddag zijn we bij de Cameron Trade Post (in Cameron). De laatste is erg uitgebreid en de duurste. We staan bij de Tuba Trade Post en bij het ontbijt geeft Mar een jonge Navajo ook een ontbijtje, toen hij een $ vroeg om te eten. In dank aanvaard!

Tuba City, grootste Navajo community, is genoemd naar Hopi chief Tuuvi uit Oraibi die eind 1800 leefde. Navajos noemden de stad Tonaseesdizi (land van bronnen) en is de meest westelijke hoek van het 26000 vierk mijl Navajo reservaat en grootste VS reservaat. Zelf noemen ze zich Diné, ‘het volk’ en geen Navajo. Belangrijk opperhoofd is Manuelito (Hastiin Ch’il Haajini).

Er zijn 4 werelden, de zwarte (waar 1e man en 1e vrouw onenigheid kregen en naar de 2e wereld stapten), blauwe (waar onenigheid met de dieren ontstond en ze stapten door een toverwand naar de 3e wereld), gele (waar de coyote de waterbaby stal en overstromingen veroorzaakte

zodat ze via het riet in de 4e wereld stapten) en witte (waar ze in mochten nadat de sprinkhaan de juiste testen aflegden. 1e man bracht grond mee uit de 1e wereld en maakte er de 4 heilige bergen mee.). Gezangen en ceremonieen over de Mooiheid van en Harmonie met het land blijven de band met het land benadrukken.

De Diné geloven te horen in een binnen bepaalde bergen liggend gebied (Mt. Blanca/oost, Taylor/zuid, SF Peaks/west en Hesperus/noord) die elk staan voor een kardinale ‘directie’. Oost (waar de zon op komt… oftewel denk goed na hoe alles begint en verloopt.. kijk dan verder), Zuid (maak goede plannen, en kijk dan naar..), West (wat de goede richting is voor verwezenlijking. Pas dan …) en Noord (ga goed na of denken en gaan nog overeen komen. Zo niet, kijk naar het Oosten.).

Veel ceremonieen zijn gericht op het bewaren van de belans van de univers. Zandsculpturen zijn van eminent belang daarbij, samen met kruiden, gebeden en zang. ‘Patienten’ nemen er op plaats en de medicijnman brengt organen en sculptuur in evenwicht voor zonsondergang wanneer het zand wordt verwijderd met een heilige veer. Changing Woman is een belangrijke godin die qua leeftijd met de seizoenen ouder en dan weer jong wordt. Haar heilige geboorteplek is Mt. Gobernador Knob. De vrouw-initiatie van meisjes lijkt op die welke aan Changing Woman is toegeschreven en die in een speciale wigwam, een Hogan, wordt uitgevoerd.

De Coyote speelt een belangrijke rol in het moeten zingen van 12 versen daarbij, volgens de fabels. Opvallend is de tekening bij het traditionele lied bij de trouwceremonie. De uitgebeelde figuren zijn sterk Japans gelijkend! (nb. Wij echter, moeten telkens sterk aan de fijngesneden gezichten en gestalten van meisjes en jongens uit Borneo denken, telkens).

Er zijn aardse stervelijken en heilige onzichtbare onstervelijken. Medicijnmannen hebben bovennatuurlijke krachten. Ceremonieën helen problemen van wat voor aard dan ook. De Diné zijn overtuigd dat ze, deze tradities volgend, als natie eeuwig voortbestaan. En dat ze evenwichtige personen zijn middels de 4 waarden: leven, werk, sociaal./humaan, en respect/honoreren. Er zijn 4 traditionele clans: Towering House, Bitterwater, Big Water en One-who-walks-around. Directe familie is van net zo groot belang. Er zijn 130 familieclans. Onderling identificeren begint met het noemen van de traditionele clan van moeder, vader en voorouders. Daarna is de familienaam relevant zonder welke het volk eindig zou zijn.

Mais is een bepalende goddelijke plant, ook ceremonieel met maismeel en -zaden, medicinaal (maiszaden), etisch en symbool voor vruchtbaarheid. Tijdens gebeden staat de mais met het hoofd (juist denken), tong (juiste woorden) en rondom (met anderen) centraal. Zaden worden hergebruikt voor de maisteelt (cyclisch bron-her-/gebruik). Sommige zaden stammen van honderden jaren terug en gaan van ouder naar kind etc. Met wol worden kleden met traditioneel patroon geweven, ook honderden jaren oud en middels praktijk en mondeling overgedragen.

Vanmiddag keren we in Moenkopi terug naar de Jura tijd. Midden in de Short Grass desert, nabij Tuba City, is een wit uitgeslagen terrein waar een paar kramen en auto’s staan. Dinosaur Tracks!

Je kunt er zo rondlopen, maar de aanwezige Diné gidsen je graag. Faith Hope is 13 en gidst sinds haar 6e…. ze moet duidelijk nog wat leren maar brengt ons van plek naar plek, sprenkelt wat water op contouren en vertelt de naam van de gecontourde. Ook legt ze een klein beetje uit waar de bek, ogen, ribben, staart etc. gedacht moeten worden.

Ineens sta je in gedachten in de nadagen van Jurassic Parc. Onderweg is haar water op… De grootste sporen zijn van T.Rex.

Kleine sporen naast veel grotere

en andere sporen hebben ook een naam, maar wat bij wat hoort geloven we graag om ze vervolgens straal te vergeten. Ik ben vergeten hoe je tekst inspreekt bij foto’s…. Velociraptor, Triceratops oid etc. Halfronde ‘droppings’,

een Pterodactylusklauw

en dinoeieren

vullen de verzameling aan. Rondom zijn de Mesa’s. Indrukwekkend aan de ene kant maar zo kaal en nietszeggend aan de andere kant. Mar voorziet de gidsen van een een aantal liter water en een fooi. Officieel is het gidsen gratis.

Dan rijden we naar Cameron naar de Trade Post Cameron, net over een brug die twee Mesa’s verbindt en die aardig ‘gepetroglypheerd’ is. De Trade Post ziet er redelijk authentiek maar ook net iets te jong uit.

So what, we kijken rond naar heel veel trade

en naar de groene binnentuin van het motel. Aan de overkant is het RVparc. We geven echter, en dat geloof je niet…, de voorkeur aan de Chevron en BurgerKing vanwege onze goede wifiervaring. En, de whopper is te eten en de wifi goed. Morgen gaan we naar de Grand Canyon. Er wordt wind en donderdag regen voorspeld…

Beestjes en plantjes: Een boom bij Cameron heeft fraaie bloemen, Wilg?

Wat opvalt vandaag: In de oorlog met Japan waren de Navajo van bijzonder belang als ‘Code Talkers’. Door hun taal te gebruiken als basis voor gecodeerde communicatie werd een nog nooit gebroken encryptie mogelijk. Navajo zaten aan weerszijden voor hun ‘code talks’ en zijn daarvoor van cruciaal belang geweest.

180427 Walpi en Tuba City

We staan naast de Burger King vannacht, met goede wifi. De Chevron lijkt wat duurder dan de pomp iets terug, dus eerst daar heen en vol gooien. De Grocerie tegenover blijkt leeg te zijn, dus moeten we onderweg maar zien hoe we de voorraden aanvullen. Overal zien we indiaanse gezichten, bijna uitsluitend. Ook al heet het Apache-County, het is een Navajo reservaat.

De weg hier naar toe was één rechte weg van 90km en de weg vandaag is ook weer enorm lang zonder echte zijwegen en tweebaans. 210km en zonder echte berm. Ook geen vangrails, die is hier zeldzaam en je rijdt zo de diepte in of de hoogte op. Ellenlang krijgt betekenis hier. En dat alles op een hoogte van pakweg 1800 á 2100m door lowgras prairie desert met veel dor gras en lage struiken. Hoewel, vandaag hebben we weer een stuk met veel Juniperus. Langs alles staat een hek iets in het veld, je wilt niet weten hoeveel palen dat zijn. Doorlopend stijgt de weg naar een flinke hoogte om daarna weer te dalen, soms flink bochtig. Je realiseert je dan dat je Mesa op, Mesa over en Mesa af rijdt. Vaak zie je pal voor je neus de puur rechte steile wanden van de berg met een stapeling keien en rotsen waarvan je hoopt dat die nog even blijven hangen en liggen. Rock Slides zijn dan ook goed te zien, waar onderaan de hellingen puin en rots ligt van enorme afmetingen. Even vaak rijden we pal langs zo’n zijkant en wordt voor vallend gesteente gewaarschuwd ‘Caution, Rocks’.

Onderweg doen we boodschappen in een Navajo Grocery. We zijn nog maar net op weg en pikken een wandelaar op, die naar huis wil lopen. Het is een Navajojongeling die na een paar maanden werk in Phoenix in de bouw, weer een paar maanden naar zijn huis gaat, 15mijl van de doorgaande weg in het hogere gebergte waar Elk, Muledeer en Mountainlion nog gewoon zijn. Hij vertelt over het elk jaar maandenlang dik ingesneeuwd zijn, hoewel er dit jaar minder sneeuw was. Ook horen we dat hij termen als roodhuid, native american en indiaan prima vindt en van zich laat afglijden. Eindelijk, krijgen we een zinnig antwoord op ons nog onopgeloste raadsel: Waarom Roodhuid? Hij legt uit dat zijn grootouders een zelfgemaakt zalfje tegen zonnebrand gebruikten, roodachtig spul. Na 80km zijn we bij het dorp waar hij uitstapt bij zijn zus. Heel leuk en een nieuwe soort zijn de wilde paarden, Mustangs! Ze lopen langs de weg, en er wordt vaak voor ze (en ander loslopend spul) gewaarschuwd. Hij vertelt ze vaak en veel te zien.

De grond en rotsen zijn wittig grijs, overal. Een paar keer rennen Roundtail Squirles dwars over. Nog ‘iets’ verder komen we bij Keams Canyon waar de Mesas en grond rood worden. De aanblik op de Canyon is geweldig, maar kort want stoppen gaat niet. We zoeken kort naar de plaats waar een inscriptie in de rots moet staan van een militair die dit gebied ooit verkende, Keams dus.

Nog 13mile en we zijn in Polacca, bij het nog bewoonde dorp First Mesa. Al sinds 500nc wonen hier jagende en zwervende Hopis, toen nog in pithouses onder en vervolgens boven de grond. Sinds 700nc verschijnen er stenen pueblo’s, primitief, bij akkers. Levendige handel ontstond met boomstammen, papegaaiveren, schelpen en mais e.d. en villages ontstonden sinds 1000nc. We lazen al eerder dat de Spaanse en Amerikaanse kolonisten en heersers niets aan dit gebied dachten te hebben rond 1600. Hoewel we ons dat bij het er door rijden enigszins kunnen voorstellen, is dat een zegen voor de Hopis geweest. Ze mochten ongestoord blijven, pal tegen het Navajo reservaat aan. Navajos en Hopis mixen wel, wordt ons verteld.

Als je aan komt rijden zie je alleen een forse Mesa van dichtbij.

Goed kijkend zie je bovenop staken, die Elektramasten blijken te zijn als we flink steil de slingerende smalle weg omhoog oprijden. Bovenop blijken er eenlagige van gestapelde stenen gebouwde woninkjes te staan. Helemaal aan het eind ligt Walpi, de oudste woon- en pueblogroep uit 1100nc. Eerst was het een dorp in het dal, bij de waterloop, akkers en jachtgebieden. Door de aanvallen van Hues- en Apache indianen verlieten ze dat. Ze klommen met hun spullen de Mesa op en Walpi werd op het hoogste en verste puntje opgebouwd.

Via hun variant van spiraaltrap kunnen ze berg op en af, heel goed voor je conditie als je je water, hout, etc. omhoog mag sjouwen. Er is nog steeds geen water, wel electra in dit stukje van deze Mesa. Tegen 1300 was er een ernstige droogteperiode en 36 van de toen 47 villages werden verlaten. Kort er na wordt steenkool gedolven uit mijnen; pas recent is hier mee gestopt uit milieuoverweging. De Hopi geloven in cyclisch gebruik zonder verkwisting. Rond 1400 zijn de Azteken op hun hoogtepunt als macht. Er zijn hier nu 3 bewoonde Mesa’s, met 12 villages.

Alleen met gids mag je er in. Fotograferen verboden want dan neem je stukjes geest mee. Hier staan echte pueblo’s, meerlagig, aan een plaza voor ceremonieen. Deuren aan de zijkant zijn slechts opslagruimte. Je moet omhoog met een stenen trap om daar via houten ladders de pueblo’s in te kunnen die uit keien zijn opgebouwd en houten dakspanten op het vlakke dak hebben met een grasbedekking met klei er over. We zien twee hoofdgebouwen van buiten van zowel de bestuursclan als de veiligheidsclan en een kamer van een eenlagig bewoond huis van binnen. Beetje weinig, maar alla. Uiteraard horen we van alles over Kachina’s, Kivas, Piiki’s, droge akkerbouw etc. waar we in PF NP en Homolovi ook al kennis van namen. Mar schaft een Kachinapop mee van Larkspur-wortelhout en steenpoederblauwe en anderkleurige tekening. Het stelt de vorming van ontluikend en volgroeiend leven voor, en wordt dus gaandeweg meer in detail ingetekend. Hij is voor Ton die ‘hopigek’ is. Er zijn overigens veel Kachina’s.

Aan de buitenkant kijk je steil in de diepte o.m. naar rechthoekige vlekken in de desert langs het riviertje. Dit zijn droogbouw akkers die binnenkort gefreesd en ingezaaid worden met de bekende gewassen als x-soorten bonen, squash en mais. Tegenwoordig wonen de Walpi’s daar, in Walpi zelf zijn slechts 4 families een deel van het jaar aanwezig.

Walpi bestaat uit een aantal clans die een woongemeenschap (Village) vormen met eigen organisatie, kiva’s, zonnestand en overig gerelateerde ceremonies etc. Erven verloopt via de jongste dochter. Schoonzonen treden in de clan van de vrouw in, maar behouden hun eigen clanrelaties ook. Er mag (moet) buiten de clan gehuwd worden, na goedkeuring van de ‘wijze mannen’ (mn. werkbereidheid en -skills).

Walpi werd snel te klein. Er was ruimte op de Mesa voor nog een village met hopi’s. Ook werd in 1700 een groep Tewas gedoogd op de Mesa aan het begin van de hoogte in een eigen village. Deze uit Mexico komende Tewas zijn een volkomen ander volk in elk opzicht. Er werd een verbond aangegaan om samen de defensie tegen buitenstaanders te regelen. Samen sterk. Buiten deze Mesa zijn er nog twee, tesamen 12 villages. De geschiedenis is roerig, met vanaf 1590 kleine en in 1680-1720 grote opstanden tegen de Spanjaarden uit Santa Fe, missionarissen die vermoord werden en aansluiting bij New Mexico: de Pueblo revolte.

Heb je er één gezien, dan heb je ze allemaal gezien, en we rijden ellenlang, door naar Tuba City waar ook een Trading Post is. Onderweg duiken we een Hopi restaurant binnen met typisch Hopi gerechten als Noqkwivi en Paatupsuki, en genieten er van.

We kijken in Tuba Trading Post nog even binnen rond en dan is het wel goed zo voor vandaag.

Wat opvalt: Toiletgebouwen aan de klif.

Broodovens buiten.

Een kernvraag blijft de volgende: dit Mesa-landschap heeft enorme vlaktes tussen enorme mesa’s. Zijn die vlaktes omlaag gezakt en de mesa’s niet? Of zit op die mesas een keihard zandstenen dak die de erosie tegengaat, en er slechts aan de zijden afkalving plaatsvindt?! Waarom dan alleen daar dat dak?

Interessant is het gebruik van natuurlijke kleuren.

180426 Petrified Forest2Ganado

Pal om 8u rijeen weer het PF NP binnen, om bij het visit.center te internetten. Er zijn nog wat Trias-infoborden en een algemeen flauw filmpje te zien. Daarna richting noorden. In het parc zijn nog pal van plekken te bekijken. De grote clusters met nadruk op grote stammen liggen achter ons. Nu zijn de bijzondere vistas aan de beurt.

Al snel zien we links een Bentonieten landschap.

Daarna bij Jasper Forest veel kale bergjes, met omlaag lopende geulen en dwars lopen er paarsblauwe banden over.

Er achter liggen bergketens van fraai rode rots. De Cristal Forest hike slaan we over. Dan komen bij Agate Bridge, een 50m lange petrified boomstam die ooit als brug diende over een kloof.

Jammer dat men deze 100jr terug met beton ondersteunde. Iets verder is een fraai kijkspel.We rijden naar Blue Mesa.

Het landschap is droog met dor gras en wat struiken. Af en toe een Jeneverbesachtige.

De zon staat een tikje ongelukkig zodat het blauw wat flets lijkt. Hier is goed te zien hoe het Bentoniet onder de rotsen te voorschijn komt, die zelf een hardere structuur en bruinrode kleur hebben. Er liggen tal van petrified boomstammen, in brokken.

Vaak nog bijna geheel onder de grond.

Hier en daar liggen de boomstammen nog op een ‘stoeprand’ (breukvlak).

Elk moment kan die afbrokkelen. Kleine reptielen zijn er nog (hagedisjes).

Het Blue van de Mesa is nog goed te zien op veel hellingen en een enkele But, fraai palet!

Het bruin komt van jong rivierzandsteen, daar liepen dus rivieren. Blauw en rood zijn versteende modderlagen. Wit is as van vulkanen.

In het midden van de parkweg staan ‘teepees’, tentvormige veelkleurige sterk geerodeerde bergjes…. nou ja, bergen. Het zijn de bijna oudste rotsen uit het park, 225 – 220 milj jr oud.

Newspaper Rock is een ingestorte berghelling, waar zwarte verkleuring door bacterie-inwerking op is getreden op diverse keien. Hierin zijn van bovenaf Petroglyphen herkenbaar, met een verrekijker.

Weer iets verder is de begroeiing anders. Bomen, zelfs groene, in een lijn. Hier loopt de Rio Puerco, waar zelfs nog iets water in staat op een enkele plek. Het is door deze oase een geliefde woonplek, waar op de Mesa een pueblodorp uit 1300-1450 heeft gestaan van 100 woningen, die samen de ommuring van een groot plaza vormden.

Binnenin is een Kiva. De muren zijn gebouwd van petrified wood. Er is niet veel van over.

Aan de rand is de helling van de Mesa ingestort en er liggen een aantal zwart verkleurde keien met inscripties. Zelfs de @ om het moment van de zonnesoltice (zonnewende) aan te duiden is goed te zien, pal op de hoek waarover dan precies de zon straalt en naar de @ wijst.

Ook een Ibis met druipende Kikker is goed herkenbaar.

Een aantal ‘gezichten’ beelden Katsika’s (geesten) uit. Rond de Rio Puerco, Little Colorado en Rio Grande zijn een 15tal van deze dorpen gevonden. Via deze rivieren hielde ze contact. Veel variaties aan pottebakkerswerk is dan ook teruggevonden.

Eenmaal de brug over de I 40 overgestoken komen we op het Route66 deel in het park. Een Studebaker uit 1932 staat er te roesten als herinnering.

Dan komen we in een desert die langgerekt ook door het park loopt en voor het mooiste deel ook nog: Painted Desert, badlands. Overal onderste lagen van roserode rots. Daarboven hardere donkere rots en/of zacht witte rotsen (lava as). Allerlei kleuren manifesteren zich omdat het witte kristal van het Bentoniet gecombineerd is met Ijzeroxides, beiden uit vulkaanas afkomstig, in diverse waterstanden. De woeste zomermoessons spoelen het gruis uit en waterstralen het Bentoniet tot uiteindelijk conische vormen, de Teepees. Harde zandstenen toprotsen kunnen dit geweld lang tegenhouden. De berg krijgt dan een donker petje op.

Een hotellier, Fred Harvey, die meerdere hotels bezat zette hier een herberg op, toen het toeristme opgang deed. De Painted Desert Inn. Het is te bezichtigen, en bevat o.m. wandschilderingen en een groot Petroglyph van een katachtige. Aan de deuromlijsting is nog goed te zien dat de muren uit petrified wood zijn opgebouwd.

Toen de CCC het PF NP onderhanden nam rond 1943 hebben ze ook de Inn gerestaureerd en een adobeachtig deklaagje gegeven. Vanuit de Inn zijn de vooral witrode badlands goed te zien.

Iets verder ligt het noordelijke vis.center. De shop/cafe heeft prima soepje, pulled beef en ook koffie.

Rond het middaguur rijden we uit het NP de I 40 op, om een eind verderop linksaf ruim 100km rechtdoor het Navajogebied door te mogen tuffen op een eensbaansweg. Soms matig, vaak redelijk, soms goed wegdek. Su is ondertussen echt jarig, om 15u. De bandjes doen het nog goed. In Ganado is het ineens een uur later zodat we te laat bij de Hubble Tradepost komen. Pech. We gaan iets terug naar het Apache-County gebouw. Geen wifi, mificonnectie of wat dan ook. Wel overal indiaanse trekken. Een politieindiaanmijnheer raadt aan een stuk door te rijden naar de Chevron annex Burgerking, met wifi en ruime parking. Doen we!

Beestjes en plantjes: de antilopen (pronhorns) durven de spoorlijn niet over. Afrastering onnodig.

Wat opvalt: de naam Apache County deed de wenkbrauwen fronsen. Het is hier toch echt Navajo gebied.

De Apachen zitten veel zuidelijker. Een staaltje staatsverwarring.

180425 Holbrook Petrified Forest

We hoeven maar een dik uur te rijden van Winslow naar Holbrook, waarvandaan het een half uur is naar Petrified Forest Nat. Parc. Halverwege steken we de Little Colorado over, die hier steile oevers heeft en er is water in. We rijden nog steeds op 1500-2000m hoogte. Het valt op dat pal voor Holbrook ineens veel groen verschijnt. Er ligt een behoorlijk meer achter. Veel paarden en koeien hier. In de uitgestrekte droge ‘low grass prairie’ ziet alles er verder maar dor uit. Vier cowboys drijven 10 koeien van ergens naar ergens. We tanken onderweg voor $3,46/g via de creditcard. Cash is 7ct goedkoper maar (max $200) cash opnemen kost weer $4. Reken uit, je voordeel…

In Holbrook staat o.a. een motel met Tipi’s waarin je kunt overnachten. Leuk. De sfeer in het dorp is duidelijk ‘Navajo’ (Návago). Bij de afslag in Holbrook richting het NP staat een grote loods ‘Petrified Wood’ met veel plek rondom, stampiesvol met versteende stronken.

Een beren- en dinokuiken-figuur begroeten ons. Boeiend, dus we gaan kijken en het wordt steeds leuker. Er staan net zo veel stronken als een tuinder planten heeft. Binnen zijn de schijven grof of gepolijst, groter of klein en in welke vorm dan ook. De eigenaren hebben hun prive verzameling er van ook uitgestald, net als hun fossielen- en Navajo-verzameling. Van het Petrified wood wordt van alles gemaakt, en dat kun je uiteraard wel kopen, naast armbanden, hoeden etc.etc. Bijv. fossielen van vissen, trilobieten, schelpen, slakkenhuizen. Voorts skeletten van krokodil, diersporen, mammoetslagtand, phytosaurusschedel, schilpad. Uiteraard ook bijzonder ‘wood’ zoals door chroom groen geworden versteende stronken en takken.

Leuk zijn de dinopoepresten (coprolite).

Een aantal Navajopoppen kijken je van boven aan.

Aan het begin van het Nat. Parc staan twee winkels met hetzelfde spul. Buiten staan fraaie zuilen met stukken ‘wood’ er in verwerkt.

Het parkeerterrein is deels gratis campground, zonder voorzieningen. Als het park om 5pm sluit gaan we hier staan vannacht. Er staan een aantal Tipi’s (wigwam voor de leek 😉 waar je naar mag kijken maar kamperen niet.

We mogen met onze Nat. Parc pas het parc in en rijden naar het vis.center. Een paar Bananen Yucca’s en een groep Pale Trumpet bloemen begroeten ons. Er wacht ons binnen fors wat info. Vandaag staat overigens bol met leereffecten en je ogen uitkijken.

Aan het plafond hangt een 5.5m lang Phytosaurusskelet (krokodil), alleen de schedel meet al 1.25m en het beest woog zo’n 950kg.

Andere skeletten zijn van een 2,7m lange Placerias, een overgang van reptiel en zoogdier, 6m lange Rauisuchids en een Dimorphodon Pterosaurus, het eerste vliegende reptiel,

etc.

Buiten is een trail van 0,5km met Giant Logs en iets verder een 2km Long Logs pad, beiden bomvol versteende gigaboomstammen. Rondom zie je verder weg Mesa’s (lange platte bergen, vaak met steile wanden) en vlak bij veel Badlands wat Bentoniet bergjes zijn die met vocht uitzetten en erna dus weer krimpen. Ze zijn daardoor volkomen kaal met sterk gegroefde top-down kanalen en eroderen razendsnel. Alles bijeen geeft een absurd beeld.

Bovenstaande hangt allemaal samen. Deze streek lag 225milj jr gelee en dus ten tijde van het einde van het Trias, bij de evenaar, en was tropisch met enorme groene ‘bossen’ en veel waterpartijen en woeste rivieren.

De dino’s waren klein. Er waren nog geen zoogdieren of bloemen. Reuzen Varens, -Boomvarens en -Paardestaarten vormden de hoofdmoot. Amfibieën, vis en Krokodillen maakten de dienst uit. In ruim 18 milj. jr. zetten die rivieren toen 300m sedimenten af die later tot nu de bodem hier zouden vormen. De Grand Canyon was al gevormd en Zion moest nog gevormd worden op die manier. Tal van fossielen werden gevormd uit de hele voedselketen.

Enorme bomen met penwortel en steunwortels vielen met bosjes om door watervloeden, stormen, vulkaanuitbarstingen etc. Ze werden door de vloedstroom meegevoerd en opgestapeld in bochten etc. Direct werden ze volkomen en diep door zand, modder en vulkaanas bedekt, en dat kenmerkt het wonder van wat we nu zien. Door zuurstofgebrek verteerden ze niet. Ze mummificeerden zichzelf doordat hun vloeistoffen door water met deze sedimenten en mineralen werden vervangen zonder zuurstof. Wat overbleef van de boom was cellulose. Elke cellulosecel werd vervolgens vervangen door silicaat-verkalking met quartzkristallen, dat opgenomen werd uit de vulkaanas-oplossing. Verstening was het gevolg tot op microscopisch nivo: Petrified wood oftewel steen! Diep begraven, waardoor de hoge druk de stammen deed breken met rechte breukvlakken. Uiteraard verschilden de opgenomen ‘legeringen’ per sedimentlaag. Veelkleurigheid is het gevolg want elke kleur heeft een eigen chemische ‘legering’, met variaties die ook nog door het grondwaterpeil indertijd zijn bepaald.

Basis zijn vaak Ijzer- en Mangaan oxides.

Doordat er wat aardschollen braken van de oerschol Pangea en op stap gingen, verplaatste het gebied zich in 200milj jaar naar wat nu Utah aan Arizona koppelt, oftewel Petrified Forest, Painted Deserts, Grand Canyon e.a. Het klimaat wisselde van koel, koud naar warm en vv. De zee- watertemperatuur daalde van gem 6° naar 2 toen de rotsformaties hier (Chinle) werden gevormd.

Allerlei geologische effecten, mn. erosie, water en wind leggen nu de fossielen, aardlagen en stenen stammen en stronken van toen bloot.

Veel ligt nog begraven. Die erosie gaat des te sneller omdat hier veel water stroomde en stroomt over en door relatief zachte lagen, bijv. Bentoniet,

zandsteen, kalksteen e.d. Jaarlijks verdwijnt de toplaag daarvan met ong. 10cm. Daardoor ontstaan mesa’s, butes (berg met vlakke top), badlands, diepe rivieren, canyons, afkalvende hellingen etc.

Blootkomende versteende boomstammen komen vrij te liggen,

donderen omlaag en breken als krijtjes in meerdere brokken

met rechte breukvlakken.

En dat is precies wat we overal zien in elk stadium. Denk die brokken aan elkaar en je staat verstomd over lengte, omvang, aantal, vorm en kleurpracht en -varia. Vaak zie je nog de aanzet tot de penwortel en knoesten waar takken aanzaten.

Overal zie je de bast en jaarringen nog duidelijk.

Hier en daar zijn gangen van insecten nog zichtbaar.

Uiteraard zijn tegelijkertijd al de variaties in aardlagen (Chinle formatie genaamd) te zien die in 200 milj jr een laag van 300m vormden, en die vervolgens in noodtempo eroderen.

Diverse volken hebben gebruik van de mogelijkheden gemaakt. De Hopi’s hebben er hun pueblowoningen, met ‘petwood’ gebouwd. Veel petroglyfen (‘gehamerd’) en pictographs (‘geschilderd’) zijn aanwezig, 2000 jaar oud soms en m.n. van Hopi of Zuni oorsprong (650nc-1300nc) en later (1750 ev) enige van Navajos met religieuse of practische betekenis, zoals zonnekalenders (@-tekens).

Sinds 13000vc is deze hoogvlakte als doorgang gebruikt voor first nations als de Paleo, Archaic (>8000vc), Mandenmakers (>500vc), Hopi’s (>650nc) en nadien door indianen, militairen als Camel-scout Beale, kolonisten, cattledrivers, spoorwegen (nu: 60 treinen met 100 dubbel hoog geladen containers per dag) en ook tot 1985 voor ‘route 66’ waarvan een deel in het parc ligt. Het gebied is sinds 1870 door een overmaat aan vee volkomen kapot gegraasd tot ong. 1950 en wordt nu met rust gelaten in het parc. Archeologen hebben nog niet 50% van het parc onderzocht. Sinds 1906 is het deels beschermd, vanaf 1962 een NP en per 1964 deels een ‘wilderness’, dus zonder actief beheer. Sinds 2004 mag het qua oppervlakte verdubbelen.

Wat opviel onlangs: Soms zie je ‘Prescribed fire ahead’ op waarschuwingsborden. Er worden dan stukken natuur bewust afgebrand. ‘S nachts hoor en voel je licht dreunend bij Winslow de ene na de andere goederentrein langs komen op 2 mile afstand.

180424 Winslow Homolovi Hopi

Bandjes van 46 jaar slijten niet zo hard, gelukkig! Die vieren we dan ook met het bezoek aan de Hopies en met taart, thee en koffie.

In dit State parc (1986 gesticht), wat in de ‘High Desert’ ligt en uit grasland met lage struiken bestaat (nu), liggen de ruines van het tegenwoordige Hopi volk, voorheen Anasazi en nog eerder Hisat’sinom. Het betreft plaza’s (die het universum symboliseerden) met bouwsels van na de pithouse- en voor de Pueblowoning periode (1200-1300). Van de 4 ruines zijn er twee vrij te bezoeken. Eén er van bekijken we begin van de middag na een bezoekje aan de Walmart, Flying J en Hoaka oid.

Na een asfaltweg met gleuven om de 25m bekijken we de info bij het visitor center, waarna na weer een mijl op zo’n weg de ruine II wordt bereikt. Langs het pad liggen regelmatig bij elkaar gelegde pottebakscherven van verschillende kleur en vaak met beschildering. Aan de rand van de heuvel staan een aantal uit ruwe stenen opgebouwde muren deels overeind, duidelijk een woning met 5 kamers en een opslag er naast.

Geen dak. Op een heuvel (Mesa) ligt een plateau dat plaza wordt genoemd met een uitgraving die ooit een ceremoniele kelder was. Dit deel ziet er redelijk behouden uit. Er is uitzicht op een droge rivierbedding, op ver weg hoge bergen en op een aantal ophogingen (Ook Mesa’s) op een noordelijkere bergketen. Daar gaan we over een dag of wat naar toe. Met een uurtje is alles bekeken, en uit de info op de bordjes en uit het vis center krijg je een goed beeld van deze oude first nations hier in hun pueblo periode.

Tot 1400 hadden de Hopi’s hier een bestaan, langs de Little Colorado river, de Paayu, met jaarrond water desnoods iets onder het zand. Ze stammen af van Azteekse en Inca volken en komen dus oorspronkelijk uit het zuiden. Ze migreerden noordwaards en waardeerden deze waterrijke vlaktes en zanderige hellingen met hanteerbaar zandsteen. Het centrum van hun gebied, de Tuutukwi of Hopi Butes, ligt een stukje noordelijk van hier, in wat de Mesa’s wordt genoemd, wat nu nog bewoonde pueblodorpen zijn. Een mesa is een hogere bergtop waarop een dorp is gebouwd dat veel woningen kan omvatten, tot 3000 man toe, de Homolovi II mesa omvatte max 2000 kamers. Op die top zijn pleinen en woningingangen. Die ingangen zijn laddergaten omlaag naar lagere verdiepingen, tot 3x toe.

Sommige ingangen leiden naar de onderste regionen waar ceremoniele ruimtes zijn, de Kiva’s.

Een Kiva heeft een Sipapu, een gat waar de voorouders symbolisch door kunnen komen. In de verdiepingen daarboven werd geleefd. Daken zijn van stammen en takken en groen. Plaza’s bevatten Kiva’s, dit waren kelders oftewel Kiva’s (gewoonlijk 14×17×6ft, hier eentje van zelfs 20×33×6ft) met stenen vloeren, voor mannelijke ceremonies en het weven van katoen. Aparte plaza’s dienden voor vrouwelijke ceremonies. De grootmoeders rolden bijv. met meisjes die vrouw werden ceremoniële Piiki’s, op speciale zandstenen (Tuma’s) uitgerolde platte koeken van maisdeeg die in speciale ovens gebakken werden met saltbrush as en zo blauwe broden opleverden. Die steen werd een belangrijk blijvend bezit in de familie, en werd goed onderhouden met olie en vetten. Woonkamers haden stenen vloeren met verdiepte haardplekken. Opslagruimtes niet. Een woning kon meerdere kamers hebben.

Ze maakten potten, manden, schermen. Brokstukjes zijn makkelijk te herkennen, vaak nog incl. beschildering.

Net als de andere native people deden ze aan akkerbouw op de manier die we overal waar we kwamen herkennen. Een combi van katoen, sqash, bonen en mais. Ze kweekten een maissoort die in dit barre klimaat gedijt, en verbouwen die nog. Daarnaast was de jacht van belang op bever, elk, antlope, hert en eenden. Hun trektochten liepen over steeds dezelfde trails, die ze als heilig beschouw(d)en en eigen namen hebben als Diné, Tsu’vő en Nusungvő. De verschillende stammen bevolkten verschillende mesa’s die allemaal namen hadden van belangrijke dieren, planten en bronnen. Rond 1400 trokken ze weg, vermoedelijk noordwaarts naar de Mesa’s daar. De Kiva’s en luchtschachten werden volgestort en ritueel afgedekt en de zolderingen verbrand.

De toppen van de hoogste bergen in Arizona, iets noordelijker en goed zichtbaar, werden samen Nuvatukya’ovi genoemd naar de heilige geesten (Katsina’s) die regen en groei bevorderen. Ze worden nog steeds geloofd.

Dat dit gebied ook een overgangsgebied is waar de Navajo’s zich noordelijk en de Apaches zich zuidelijk van ophielden is een parallelle ontwikkeling geweest. Deze stammen komen uit Canada en volgden de wildmigraties naar het zuiden. Deze pure jagers doorkruisden de Hopi akkerbouwgebieden, net zoals de Mormonen daarna deden vanuit de randgebieden van Colorado-, Muddy- en Virgin rivers die zij inpikten.

De avondzon was alleraardigst. De sterrenhemel viel weer tegen.

180420 21 22 23 Lake Mead2Winslow via Hoover Dam en Kingman

180420. Vanwaar we overnachten kijken we recht op het toegangsbord van Lake Mead Nat Recr Area. Dat zegt ons niets meer dan dat we er zuidoostelijk doorheen moeten om bij Hoover Dam te komen. We zijn nu in het oosten van de Mojave Desert.

De rit gaat door prachtig gekleurde bergen, wat minder op een kluit dan Valley of Fire, minder steil en minder haarspeldbochterig. Niettemin boeit zo goed als alles, vooral als er een bergwand of top is opengespleten en het felbruinrood daar uit spat. Grootschalig en dus weinig fotogeniek, helaas. Wel zijn overal de geologische principes ‘erupt, crash, strike, smash, collide’ te herkennen in spleten, stoepranden, hondentanden, etc. Lichte rotsen tonen limestone, uit eerdere zeebedden. Donkere rotsen geven magma, gesmolten steen, aan. Soms ligt de donkere bovenop de lichtere als niet te slijten deken.

Al snel krijgen we zicht op water, en niet zo’n smal stroompje ook en we nemen aan dit Lake Mead is, het grootste en schoonste meer en sinds 1964 het eerste NRA in de VS. De oorspronkelijke namen blijken Virgin River en Muddy River te zijn. Ongeacht welke kant de weg opdraait, dat water zien we telkens weer en in steeds grotere omvang. We verwachtten de Colorado bij de Hoover Dam tegen te komen, waar deze de grensrivier tussen Nevada en Arizona vormt. Ter hoogte van Las Vegas is het een groot meer, met outlooks en plezierjachthaven. Iets verder ligt het Visitor Center, met Saquaro en plantentuin en veel info. Mar laat ze wat planten op naam brengen. Pal er na begint de weg weer echt bergachtig te worden, steil, bochtig, en druk. Een schitterende ‘Castle Rock’ torent boven alles uit en nodigt uit deze bergketen in te rijden. We zijn vlak bij de Hoover Dam.

Deze dam kwam in 1936 gereed. Het ziet er totaal anders uit dan verwacht. Geen hoge brede lange betonnen dam die een gigameer tegenhoudt. Eerder een trechtervormig diep dal tussen drie bergtoppen met een vrij korte dam onderin.

Een witte rand markeert het waternivo van weleer; minder sneeuwval in het oostelijke Rockey Mts gebied, brengt steeds minder water in de Colorado. Daar omheen zijn op diverse hoogtes tal van parkeerterreinen en de RV’s mogen naar de hoogste, waar wel weer het beste overzicht is. Uit het oosten komt de Colorado die ruim 800 mijl vanuit de westrim van de Grand Canyon kronkelt. Hier zijn twee massieve breuken die de Colorado 90° naar het zuiden dwingt. Uit het noorden komt Virgin River en hier komen ze samen voor de dam. Na de dam gaan ze als Colorado verder zuidwaarts tot de volgende dam, de Davis Dam die in 1951 Lake Mojave vormde, een heel eind verder. Zo is de woeste Colorado volkomen getemd, een meer gecreëerd, de watervoorziening voor 25milj bewoners gewaarborgd en is de natuurlijke dynamiek en dus biotoopdiversiteit geminimaliseerd.

We hebben geen zin dat hoogteverschil 2x te lopen, en eigenlijk valt er nog weinig meer te zien dan een enorme recht omlaag lopende buis links van het geheel, om elektra op te wekken waarschijnlijk.

We draaien de snelweg naar Kingman weer op via een knoop van wegkruisingen. De weg is matig en we zijn nu weer in Arizona noord. Bye bye Nevada.

Eerst zitten we hoog in de bergen met lange zeer hoge bruggen waar gewaarschuwd wordt voor ‘high winds’ en waar ‘high profile vehicles’ geadviseerd wordt de linker baan te nemen. Zo rijden lage wagens rechts en onder de hoogte van de zijwand daar en kunnen de hogere wagens hooguit de betonkant links raken bij een windvlaag.

Daarna dalen we de vlakte van de woestijn weer in. Er zijn af en toe Joshua Trees te zien, op rond 700m hoogte. Ook Cholla’s en wat Beavertail cacti en grasrandjes met oranjerode halmtoppen staan in bloei. Opvallend loopt er een hek, een stukje in de woestijn parallel en hebben de afslagen een veerooster. Kort er na staan we op een flinke outlook, uitkijkend over die woestijn. Er staan borden met info over de trekroutes van de Bighorn Sheep, die hier de weg over willen maar via dat hek en onderdoorgangen veilig worden omgeleid (bij Atlatl Rock zagen we hun hoefafdrukken). Prima overnachtingsplek!

180421. We rijden door naar Kingman en de weg wordt niet veel beter, als het kan neem ik de linker baan. De dieselprijzen zijn hoog onderweg, dus rijden we door. In Kingman zijn ze vermoedelijk lager, en idd we boffen en zien ‘$3,01/g cash’. We boffen nog meer want ze hebben ook propane waar we bijna 4g van afnemen. Een jongeman is geboeid door onze wagen en komt kijken. Hij ziet dat de achterband niet goed is en legt dat uit. We boffen, hij is eigenaar van tankstation en naastgelegen bandenbedrijf waar we even later staan. We boffen dat blijkt dat de band nog niet is gesprongen. We boffen ook dat we dan zien dat de schokbreker niet meer dempt maar juist beukt. Hij veert niet meer en daardoor vangen de bandwangen alles op. Ook aan de andere kant is het bingo. Gelukkig boffen we en vangt de extra luchtvering achter het gebeuk nog wat op.

Het is een hele klus dit type banden hier te krijgen. Schokbrekers (shocks) zijn wel in voorraad. De voorbanden doen we ook, deze hebben hier erg veel te lijden. Ook de olie en filter worden dan vervangen en we kijken de (nieuw in 6/2017) remblokken en remschijven nog even na. We boffen dat dit allemaal zo uitpakt hoewel onze reservering in Homologi in gevaar komt komende dagen.

We boffen nog meer want het bedrijf heeft wifi, wachtkamer en toilet binnen, van alles aan drank en worst in het tankstation en buiten elektra-, zwartwater- en schoonwateraansluitingen waar we mogen staan tot de reparatie.

180422. Stoeltjes buiten, en verpozen maar. Boekje, tablet, geld overmaken.

180423. We hebben pech. Ons type band is in de hele VS niet te krijgen. Onze dealer raadt een ander merk aan en daar gaan we naar op zoek. Nadat de wagen weer met zijn onderdelen en nieuwe delen is verenigd rijden we naar Flagstaff en Winslow.

De weg stijgt naar 1500 tot 2250m hoogte. Eerst zien we veel dennenbossen, dan wordt dat minder en komen er Jeneverbes-achtigen in zicht. De grond en de rotsige bodem is wittig. Ineens zitten we tussen de rode keien, vaak in gestapelde ‘tafel’vorm; het komt van onderaf uit de grond. Uiteraard is de grond ook rood. Dan zijn we ineens in de prairie met veel droog gras en lage struiken. Een lichtblonde bolle Groundhog o.i.d. met korte rechte bonte staart en bolle kop komt plors uit de berm de weg op, en keert gelukkig weer snel terug.

Bij Winslow stoppen we op de Homolovi campground voor twee dagen. Ondertussen blijven we zoeken naar nieuwe banden.

Wat opvalt: De Hoover Dam heette eerst Boulder Dam en was in 1936 de grootste ter wereld. De Colorado werd tot dan bevaren met stoomschepen vanuit de Golf van Mexico. Kolonisten en Mormonen settelden zich langs de Muddy, Colorado en Virgin. Rond 1870 brak de goud- en zilverkoorts uit en werden er ferrydiensten ingesteld. Spirit Mts liggen in het zuiden en zijn nog steeds heilig voor de first nations hier.

De traditionele gebieden van de zuidelijkere Apaches en noordelijkere Navajos raken en overlappen elkaar hier op de lijn Kingman- Flagstaff. Kolonisten trokken met paard-, os- en muilezelwagens alle kanten op van hier uit (Zion- Page lijn). We gaan het komende weken doorkruisen.

Beestjes en plantjes: De Woestijncoyote is de helft kleiner dan de Coyote. Er zitten ruim 175 Bald Eagles in de Mead omgeving, we zagen er geen. Creosote bush is overal. In bloei staan de Sand Blazing Star (groen blad en bloem),

Purple Sage, Penstemon (akelei lijkende rode bloem),

Curley Dock (zuring achtig). De Ocotillo heeft veel blad en bloem. De Pencil Cholla begint gele bloemen te krijgen. De Mesquitte zit vol zachtgele bloemaren. De lente zet door.

In Winslow bij de Hopi indianen (Homolovi) is de grond zanderig, en er liggen veel konijnenkeutels. Eén laat zich even zien, vlak na de fraaie zonsondergang.

180418 19 Vegas2ValleyOfFire

180418. Na 4 dagen lopen in Vegas is een rustig dagje welkom. Na het lossen en laden en bezoek aan de Walmart in noordoost Vegas gaan we op weg. Al snel zijn we bij de afslag naar Valley of Fire State Parc.

Al rijdend passeren we ene na de andere open plek naast de weg (turnout), en we vragen ons steeds weer af waarom we daar niet gaan staan voor de nacht. Bij milepaal 9 doen we dat dan ook.

We gaan nog even lekker in het zonnetje zitten. Een Hummingbird komt met fors snorrend geluid de geel bloeiende Creosote Bush verkennen.

180419. De wind was vannacht weer stevig. Bijtijds rijden we de paar mile naar het State Parc. Meteen staan er op elke open plek bordjes ‘day use only’ e.d. Zodra we het parc in rijden zien we dat de campgrounds vol zitten. De Beehives (bijenkorven) zijn de eerste zandsteenformaties die we tegenkomen.

Ze laten heel goed zien wat de kern van dit gebied is. Laagje na laagje sediment is ooit afgezet. Duidelijke afzetlijnen tonen de richting van die afzettingen, recht, schuin, wat dan ook. Die lagen zijn op elkaar geperst en versteend: zandsteen. Door erosie ontstaan dan de vreemdste vormen, zoals deze bijenkorven.

De verschillende lagen bevatten in het enorme tijdsverloop veel verschillende mineralen. Die afzetlijnen en lagen hebben dan ineens een andere kleur, zoals wit (silica, gypsum, calcite). Vaak zie je zwarte korsten die in 7 tot 250 jaar uit een combinatie van schimmels, algen, wieren, mossen en cyanobacterieën zijn gevormd. Zwart gesteente (Desert Varnish) ontstaat uit ijzer en mangaan inwerking in deze biosfeer. Ijzeroxide vormt de rode kleuren.

Veel lagen vormden hellingen bergen en dalen door wind en water en striemend puingeweld. De aardlagen werden volgens opgetild of gekanteld zodat de oudste onderste lagen bovenop kunnen komen, of ergens dwars doorheen kunnen steken. Slenken en breuken zorgen voor plotselinge dalingen en ‘stoepranden’. Het tamelijk zachte materiaal slijt makkelijk weg wat veelvormige bulten, blokken en complete canyons (waterbedding van oorsprong) tot gevolg heeft.

Bijzondere vormen als op elkaar balancerende rotsblokken, open bogen, ronde gaten en uithollingen doen je ogen te kort komen om alles te zien en op te nemen. Vooral de veelkleurigheid en de goed herkenbare afzetlijnen maken het geheel bijna sprookjesachtig.

Water is er nauwelijks. Jaarlijks valt er 4 inch max. Op een enkele plek is er een ‘tank’, waar water maandenlang in kan blijven staan. Hier waren de eerste bewoners (2000vc-1200nc, Gypsum, Basket Makers, Anasazi) en daarna de Paiute en Moapa’s) al snel mee bekend, zodat een iets langer verblijf tijdens hun zwerftochten hier de moeite waard was tijdens de hier toen milde winters. Toen waren hier veel Bergschapen etc. Ook boeventuig verschool zich er rond 1890.

Extra bijzonder zijn de petroglyfen (rock art van de first nations) en de versteende bomstammen (petrified trunks). De kleurrijke mineraallagen zijn makkelijk te ‘bekrassen’. Veel typische tekeningen voor de diverse bewoonde periodes resteren dan ook. Die zitten vaak zo hoog, dat na het aanbrengen er van, de canyons nog lang en diep moeten zijn uitgesleten. Voorbeelden zijn de Atlatl Rock, met rode tekeningen van de voorloper van pijl/boog, de atlatl werpstok:

of de in zwart/paarse achtergrond ingetekende rock art:

Uit nog veel langere vervlogen tijden (225milj. jr.) stammen de primitieve altijd groene Araucaria boomstronken die door watergeweld naar hier zijn gedreven. Door droogte en verwering zijn vervolgens miniscule openingen ontstaan die meteen door mineralen zijn opgevuld. Het hout wordt zo vervangen door zandsteen. De houtstructuur is tot op het kleinste detail nog te herkennen, maar er is geen cellulose meer.

Waarom de vallei naar ‘Fire’ genoemd is kan alleen op de kleuren slaan, mn het rode zandsteen dat 150milj jr geleden nog telkens ver-/opschuivende zandduinen waren.

Planten en beestjes: Vooral de Creosote bush, Brittle Brush, Beavertail catus,

Cholla zijn bekende bewoners. Paperbag Bush (Bladder Sage)

Marigold en de oranje rode Desert Mallow staan nu in bloei.

Iets wat sterk op onze Zuring lijkt staat ook in bloei:

Een enkele hagedis zie je wegschieten, de rest van de beesten zijn nachtactief. Bijzonder is de Woestijn Schildpad.

Vlak buiten het park vinden we dat we mogen staan, ook al begint hier de Lake Mead Nat. Recr.Area, wat dat dan ook moge zijn….

180417 Las Vegas III

Na een uitgebreide afwas pakken we de shuttle waarna we direct naar de High Roller gaan. Lekker rustig en een rondje in 30 minuten gedraaid in zo’n bol die ronddraait in zijn beugel.

Erg veel verschilt het uitzicht niet met dat van de Stratosphere of de Tour d’Eifel.

Wel een goed overzicht op de Flamingo buitentuin.

Fascinerend blijft het idee van een volledig door bergen omsloten vlakte. De vraag waar ze zo veel water vandaan halen, blijft zich opdringen, hoewel het bekende antwoord de Hoover Dam is. Gaan we nog heen.

Na de High Roller stappen we in de Monorail voor 3 kleine stukjes naar het zuidelijke eindpunt bij MGM hotel/casino. Daar vandaan steken we over naar Hooters met het uil-symbool. Hooters Nashville is een stuk spannender, overigens. Wel haalt Mar hier haar meeste winst en ze houdt zelfs over; hulde! Of mazzel.

Verder een tamelijk niets zeggend hotel/casino.

Iets verder is Tropicana. Binnen is het vies rood kleurig. Verder een tamelijk niets zeggend hotel/casino.

Vervolgens steken we over om op de tram te kunnen stappen naar Mandalay Bay. Heel groot, doolhof. Je kijkt op het Mandalay Beach met veel zwembaden. Een heel eind doorlopen voert ons naar Shark Reef (groot aquarium, waar we niet in gaan) waarnaast een foodcourt is en we bij de chinees een noodlehap tot ons nemen en een momentje rust voor de oogjes.

Daarna is Luxor aan de beurt, via de tram. Buiten staat een flink hoge obelisk op het voorterrein, leeuwenbeelden en de sfynx daarachter en uiteindelijk de pyramide,

wat je van binnen nog het meeste herkent. Daar zijn inspringende rondlopende richels, gangen met hotelkamers er achter.

Verder een tamelijk niets zeggend hotel/casino. Het loopt door in Excalibur, naar het zwaard van King Arthur genoemd. En dus zie je in een nis een harnas met twee vlaggen, een aardig kasteelaanzichtje

en verder overal bovenlangs ‘glasinlood’ platen met dezelfde ridderafbeelding. Op het plafond een randje met soortgelijke afbeeldingen. Verder een tamelijk niets zeggend hotel/casino. De buitenkant is met tovenaarshoed-vormige dakjes afgewerkt. Beneden is een tovenaarshutje aan het water.

We ontdekken dat aan de achterkant weer een tram rijdt, met 3 haltes. Het er naar toe en er na van af lopen is een hele trippel, eerst door het Monaco hotel/casino en uiteindelijk door Bellagio waar we binnendoor lopen. Dat is een verrassing want een fleurige en kunstige binnentuin begroet ons, met bloemenbeelden van vogels, schildpadden en fantasiefiguren.

Zelfs een plafonddeel is volgehangen. Het casino is overdekt met sfeervolle baldakijnen, en een pianist zorgt voor stemming. We gaan op zoek naar de buitentuin met de fonteinen, lastige klus met wat omlopen. Het uitzicht buiten op de ‘franse’ overkant op de volle zon is prachtig. Prompt om 6u gaat de klok luiden en in het water komen de fonteinspuitkoppen omhoog. Even later spuit het op ritme van de muziek en soms met luide knallen in allerlei figuren in het rond en omhoog. Soms heel hoog. De lampen onder water verhogen de sfeer, net als de ‘kom met mij op de foto’ meisjes.

We lopen verder noordwaards, Caesar voorbij richting Colosseum waar we kop noch staart aan ontdekken en dus aan voorbijgaan. Het Mirage heeft een brede fraaie water- en rotspartij (vulkaan) als blikvanger.

Siegfried en Roy waren de eerste Vegas artiesten en spanden zich in om de witte tijger te redden. Zij kregen van alle bedrijven hier een beeldengroep als eeuwige dank.

Treasure Island is de volgende en ook hier: een tamelijk niets zeggend hotel/casino. Waar we nog heen wilden zijn de schepen die hier ergens moeten liggen, en inderdaad twee kleine waterpartijen met een bijna levensgroot schip in elk. Geen idee bij wie deze horen (Froggs?) want hier is slechts een restaurant en winkelgroep, maar ze zien er fraai uit.

Er achter ligt het Froggs casino met best aardige aankleding maar waar ik het thema niet echt zie.

Zo hebben we tegen de avond onze Vegas verkenning afgesloten, op een klein detail na: de avondverlichting! Overal zijn al neonlichten te zien, het begint. We gaan eerst happen bij Denny’s, waar ze personeelstekort hebben en haast maar ook goed voer. Bijna klaar voelen we dreunen, horen ploffen en door de ramen zien we aan de overkant de vulkaan van het Mirage exploderen met een hoge vuurzee telkens. Buiten lopend naar Bellagio wordt de verlichting steeds overheersender in het donker. Het is alleszins aardig maar niet te overheersend en ook geen wereldwonder van lichttechniek.

De fonteinen met muziek en beweging van het Bellagio blijven boeien, elk kwartier een ander muziekstuk en bijbehorend spel van licht en geluid. Prachtig, en een waardig afscheid.

We zoeken de Deuce bushalte op $($6pp, max 2u) en proppen ons er in. Boven zijn nog plekjes en het is gezellig. Bij de Golden Nugget stappen we uit, nemen lopend van de Fremont Experience afscheid, en zijn 11u in de Zwerfuil terug. Alles bij elkaar krijgt ook Vegas een voorkeursplekje in onze memo’s.

180416 Las Vegas The Strip II

Het waait stevig en er is een windwaarschuwing. Mar d’r hoed waait meteen af en wordt dus teruggebracht. Braaf brengt de bus ons weer naar Harrah’s.

Vandaag is de zuidkant van het middengebied ons doel, morgen de rest van de zuid. Dit middendeel kenmerkt zich doordat je de meeste straten en kruispunten oversteekt door over hoge loopbruggen te gaan, naar keus via trap of roltrappen. Gaaf systeem!

Eerst gaan we naar Paris hotel/casino. De gevel is in Franse Stijl, er is een Arc de Triomphe boog bij de parkinginrit maar het meest opvallend is de Eiffeltoren, een 1:2 replica van 150m hoog.

Voor Seniorenprijs (werkt opvallend vaak 🙂 gaan we omhoog en kijken daar een paar keer rond. Prachtig uitzicht hebben we op het Bellagio waarvoor de grote langgerekte vijver ligt met de fonteinen in een boog; spijtig dat die pas om 3pm aan gaan.

Verder weinigzeggend, eigenlijk, maar wel zicht op veel zwembaden op hoteldaken en op piepkleine halfbloterikken. Eenmaal beneden moet je wel door het casino, dat een sombere en door de torenstaketsels die overal en nergens roestkleurig doorsteken, slordige indruk maakt. Ook het plafond dat de lucht voorstelt maakt het er niet beter op. Dan nemen we de lift naar het restaurant op 11 hoog, en gaan geheel in stijl voor de Apfelstrudel en de te koude koffie, eerst.

Planet Hollywood is vooral een groot casino/hotel en heeft het grootste theater van allemaal. Zal wel. Niet boeiend. Het er naast gelegen Miracle Mileshop is alleen een kaal doolhof met beroemde winkels, Gucchi etc.. Opnieuw valt ons op hoe triest het er uit ziet om die winkels bijna allemaal klantloos te zien, met een paar staande heren of dames. Hoe redden ze het zo?

Op straat staat zo maar een groot paardenbeeld. Er vlakbij is het Rainforest Cafe, niet veel verschillend van dat bij Niagara e.a.

Bij Cosmopolitan steken we over en gaan er naar binnen op zoek naar het Wicked Spoon buffet. Dat blijkt achteraan te zijn, en te duur ($42pp). Mooi is dat je bij binnenkomst een grote fraaie grote highheel schoen ziet staan voor een breed lichtgordijn dat een trappenhuis omhult.

Verderop in het gebouw ligt een zaalbreed veelkleurige vloerbedekkend tapijt. Verder een shoppingmall, met klantloze winkels. Een gitaar en colafles siert de walkway aan de overkant. Iets wat op de Tower Bridge (?) moet lijken doet dit aan deze kant.

We lopen langs Aria, Monte Carlo en Cristal naar New York, New York. Iets doorlopend om de zon in de rug te krijgen en de buurt te verkennen, neem ik het Vrijheidsbeeld met oerlelijk Budweier plastic er om heen, de enorme Rollercoaster, die stil staat, en de hotelgevel die de NewYorkSkyline verbeeldt op de korrel. Mar zit haar voetjes rust te geven. Binnenin niets dan saai. Iets verder staat een fraai met kleurige hoedjes versierd complex, vlak bij de gratis Tramway die naar Mandalay en Luxor gaat (verrassing!). De tegenoverliggende Monorail heeft daar haar eindpunt en gaat dus niet zuidelijker, deze wel.

Bij New York New York is ons eindpunt voor vandaag.

We zitten even, en slenteren met de toenemende wind in de rug weer terug.

Bij Bellagio staan we braaf iets voor 5u aan de waterkant, en besluiten het iets hoger op, bij het hotel, te zoeken. Daar hebben we de zon en de wind in de rug en kijken vanaf iets hoger over de fonteinvijver, luisterend naar de muziek die uit iedere betonnen staander van het hek klinkt. Om 5u gaat de klok luiden in de Bellagiotoren, en het feest kan beginnen. Tja,… niets dus. Wachten, niets dus. Iemand hoort uit de staander iets en zegt dat het niet door gaat. Te sterke wind, denkt Mar zodat het spuitwerk alle kanten op zal gaan behalve de goede en mogelijk wordt iedereen langs de drukke Strip dan knap nat. Pech! Het zou een voorstelling van muziek, kleur en water moeten zijn. Het water moet erg hoog opspuiten daarbij.

Teruglopend naar Harrah’s gaan we op zoek naar de kaartverkoop voor de High Roller en dus duiken we de Linq hotel/casino in om bij de conciergemevrouw die kaartjes aan te schaffen voor morgen. Daarna verkennen we route naar de Roller en verzeilen als vanzelf eerst in Flamingo hotel/casino. Deze heeft een prachtige binnentuin met waterpartijen, Bruine Pelikaan, Schildpadjes en Flamingo’s. Morgen gaan we die beter bekijken. Op het buitenliggende foodcourt gaan we naar rechts, naar de Roller. Daarna terug en rechtdoor naar de Strip. Overal rondom zijn eettentjes, dure autoverhuurders, winkeltjes etc. Bij de Strip gaan we bij Harrah’s binnen een snack halen bij de Noodlebar, alvorens naar de shuttleparking te gaan.

De shuttle brengt ons naar hotel D, waar we Fremont inlopen. Eerst duiken we de Mac in om te toiletten, maar dit blijkt casino Golden Nugget oid te zijn waar de meisjes op de tafels dansen, en waar Mar met roulette haar weekinzet op 0 brengt.

180415 Las Vegas The Strip I

We zijn vanochtend vroeg genoeg wakker om de eerste shuttle te halen bij het Californië hotel. De grote luxe bus brengt ons via Sam’s Town naar Harrah’s. Dit hotel/casino ligt pal bij de Linq oftewel de High Roller wat een reuzenrad is met een omwentelingsduur van 30 minuten.

We zijn er niet in geweest, nog..

Het is even puzzelen hoe we via de busparking, half door het hotel en het casino naar het Monorail station kunnen komen. Zo weten we wat een ritje kost, waar we in-/uitstappen en hoe we weer bij het monorail- en shuttleinstappunt kunnen komen. Nuttige oefening, want de laatste shuttle gaat om 7u ‘ avonds!

In het casino zoeken we naar een roulettemachine die we daar niet vinden; elders wel en Mar verdient haar inzet terug.

Vooruitgang! Buiten zien we de gevel van Harrad’s, een combinatie van piërrot-achtige beelden en vormen; speels. De Strip is veelvormig en -kleurig, met toch wel veel betonnen kolossen die hier elk een hotel/casino is, en verderop appartementen.

Een lust voor het oog zijn ook de zomers, luchtig en soms frivool geklede meiden. We buigen op de Strip noordwaards, en komen al gauw bij het Venetian met haar mooie buitenkant. Uiteraard een hotel/casino en als klantenaas is de binnenkant op Venetiaanse leest geschoeid. Meteen valt de plafondschildering op, en iets verder de blauwe lucht met wat wolkjes, kunstig gemaakt, en de enorme hoeveelheid winkeltjes met elk enorme hoeveelheden spul, die er wat stijf uitzien ondanks de bogen overal. Als je niet oplet ben je alleen aan dat koopspul al al je tijd kwijt, terwijl er juist aan dat klantenaas zo veel is te zien. Hier is het de gondelvaart met echte gondels en gondeliers en overkappingen als de ‘brug der zuchten’.

Uiteraard kun je een betaald tochtje maken maar Venetie in het echt is echt leuker. Bij het grote San Marcoplein met klokkentoren waan je je echt buiten.

Zonder dat het het doorhebt of buiten bent geweest loop je in het Palazza hotel/casino op zoek naar de Strip. Wat een doolhof! Hier verdient Mar haar inzet terug. Even later doneer ik de mijne aan een ander casino. Buiten staan drie perdure auto’s per uur te huur ($275…), McLaren, Audi en Lamborghini.

Eenmaal op de Strip daagt Wynn hotel/casino op. Een stijf gebouw, wel giga. Met mooie watervalmuur. Eenmaal binnen valt tussen de speelautomaten en eethoekjes de grote groene percelen op, alsof je in een tuin loopt. Echter alles daarvan bestaat uit bloemen, echt of onecht, dus ook de draaimolen, luchtballon etc.

Er is ook een binnenplaats met tuin, vijver en sneeuwwitte waterval. Dit type vallend water zien we vaker, het valt eigenlijk in een brede hoge smalle bak van plastic, en de kleur achter de bak bepaalt de opgeroepen sfeer. Door de buitentuin komen we weer op de Strip.

Weer noordwaarts, want we willen naar de Stratosphere, een tvtoren-achtige hoge toren van 113 verdiepingen en bijna 9000feet (270m) hoog. Het is een stuk lopen en we passeren de eettentenhoek waar de koffie roept plus french fries. Met een paar flesjes water gewapend steken we over, doen net of we de Trump Tower verderop niet zien en komen bij Circus Circus.

Dit hotel/casino bestaat uit verdiepingen vol gokkasten net als de anderen, maar heeft op de 1e verdieping een circuspiste. Hier treedt elk uur een artiest op, telkens een andere (15min.) act dus je kunt blijven zitten, desgewenst. Wij waren na de diabologooier wel klaar. Dezelfde verdieping is bomvol kindervertier gestopt. Alles wat je op een kermis vindt plus wat je daar niet vindt vind je hier. Bal gooien, ballon kapot gooien, bal in bak, heks in pan, dartpijltje in ster, etc.etc. Buitenom is de pretparktent en de gokkasten voor volwassenen bereikbaar.

Hier staan de casino’s niet meer hutje mutje, aan de overkant staat een trouwkapelletje waar je Elvis als getuige kunt krijgen.

We lopen dan ook een stukje door om bij de Stratosphere te komen.

Eerst door het casino, dan moeilijk met liften en roltrappen naar de ticketcounter, waar Mar haar hoed even in bewaring geeft, onvrijwillig.(Oftewel gewoon vergeten). Onze tassen worden gechecked op ?? en na een lange wachttijd (je zou trek in een burger krijgen…) gaan met de lift rappido omhoog. Voor een kleine bijbetaling kunnen we bungyjumpen, eindpuntduiken (in een bak steil omlaag met plotselinge stop, op die hoogte, buiten de toren), etc.

Doen we niet, het is zo fraai genoeg, en we kijken met ijsje in de hand over heel Vegas uit… zou je denken.. Nee, Vegas is veeeel groter dan je denkt, en zo ver als je kijken kunt.

We kijken meteen waar de dichtsbijzijnde Monorailhalte is. Deze ligt tamelijk ver buiten de Strip en de haltes zijn niet vanaf de Strip aangegeven. Goed kaartje is nuttig.

Stukje lopen, 5$pp dokken en 3 haltes meerijden voordat we weer bij Harrah’s zijn, waar we de weg kennen. Voetjes moe. Maar de shuttle blijft nog een tijdlang weg… Dus, weer naar de Strip, oversteken en naar Ceasars Palace. Deze is van buiten al erg Romeins met strijdros- en trompetschallende beelden overal op het gebouw. Zelfs de reclamezuil er naast doet mee, als die daar even tijd voor heeft tussen de reclames.

Eenmaal binnen vallen in de grote ruimte de rondgaande trappen op, met reflectievijver in het midden, plafondschilderingen er boven en beelden overal. Mar zoekt een koppige zetel (met electrapunt er in verwerkt), en ik verken de arena. Dit hotel/casino valt erg op omdat je geen hotel of casino ziet. Duidelijke verwijzingen sturen je naar het klantenaas waar je je met graagte aan overlevert, zo boeiend is alles op zich plus het totaal: overal Romeinse pilaren en sierranden (waardoor je de winkeltjes er onder vergeet..), de blauwe neplucht met bewolking en de verlichting die een schemeringgevoel geeft, de Neptunus fontein, de gouden zitstenen, de Goden in en op de Trevia fontein,

de beelden op de Atlantis Experience. In deze laatste is een zoutwateraquarium aan de buitenring ingebouwd.

Veel grote schermen hoog bovenin tonen beelden van zeeleven. Het heet Experience omdat elk heel uur alle schermen uitgaan, de beeldengroep wegzakt en een dynamische vertelling over de mythe van de verdwijning van Atlantis daarvoor in de plaats komt met letterlijk bewegende kleurrijke beelden met veel water en vuur. Ceasars Palace wint de Grote Klantenaas-Prijs met voorsprong!!

We halen de laatste shuttle met gemak, en rijden de omgekeerde heenroute, op een klein interessant detail na. De bus mag de kruisingen binnen de Freemond Experience niet gebruiken, elk heel uur en 8 minuten lang. Want dan wordt de Freemond Projectie afgespeeld en staan de mensen overal, dus ook op straat. Speciale barricades blokkeren dan die kruispunten. Grappig wel!

Beestjes: De Craggle is ook hier overal te zien en te horen. Een prettige herkenning.