180517 18 Capitol Reef

We nemen de tijd om ons en de wagen voor de komende dagen voor te bereiden. Ook nemen we de campground nog even op de korrel. Van Goblin rijden we dan terug naar de doorgaande weg, dan 30mijl zuidwaarts. Er zijn geen Arenden of Antilopes te zien, helaas. Al gauw staan we stil bij een grote Goblin die aan een Thaise tempel doet denken.

Er staan ook richtpijpjes om de diverse bergtoppen op naam te kunnen brengen. Het landschap blijft kaal, laag en een zanderige woestijn.

Vandaag bereiken we de kmstand 24000 voor de totale reis en 65000 voor de wagen. Best een end, en we mogen nog een stukje.

Ineens wordt alles groen en verschijnen struiken en bomen langs de Devil’s Mud River bij Hanksville. Een Oase. Er is genoeg water om het land te besproeien en we zien paarden en koeien. Daar slaan we rechtsaf, naar het noorden voor weer 40 mijl.

Het landschap verandert dramatisch. We komen in de bergen door de vallei langs de rivier. Al het gesteente is hier kaal, glad, afgerond, wit tot grijswit en vuilgrijs

en heeft na elke bocht weer andere vormen. Badlands! Soms zijn er lichtroze, paarse, gele of blauwe vlekken te zien. Het lijkt soms, onterecht, op een stortplaats van bergen grijs zand, maar feitelijk is het Bentoniet. Soms heeft een helling scherpe hoeken en een brede zwarte band.

Vaak staat op de top nog een klif.

De bodem is hier overwegend wit.

Het is een lust om te zien en we maken lukraak wat foto’s.

Dan gaan we zuid-west en west. De rivier waar we langs rijden is vanaf Hanksville en Cainville een andere, de Fremont River. Ruim 20 mijl vóór Fruita wordt de omgeving groener en de bergen rotsiger, hoekiger, brokkeriger en bergachtiger met weer de bekende bruinrode kleuren van ijzeroxide. Alweer een Oase. We zwieren omhoog en stijgen weer wat steiler. De rivier zwiert mee. We rijden het park binnen aan de oostzijde. Geen fee-station, brochures of info. Wel een nietszeggend infobord en toiletruimtes. We rijden 15km door. Bij Fruita zijn boomgaarden, weiden, etc. We bezoeken daar het Vis. Center en komen tot de conclusie dat we morgen de Fold-route rijden, en vanavond gaan we staan waar we binnenreden. Terugrijdend bekijken we het oude schooltje uit rond 1900 en de iets oudere petroglyphen.

Prehistorische bewoning is aangetoond. Tot het jr.1300 woonden hier de Hopi, Paiute en Zuni. Diverse petroglyphen zijn nog net te zien op de instortende wanden waarlangs je kunt lopen over een plankier boven een zompig wilgenmoerasje.

Hun intacte irrigatiekanalen zijn door de eerste kolonisten, de Mormonen, in gebruik genomen rond 1880. Het oude schooltje staat er nog bij als ‘in gebruik’. Het wildwest gevoel komt dichtbij…… Iets westelijker loopt vanaf Torrey noord-zuid de scenic route die daar veel herinneringen aan herbergt richting Escalante, Bryce en Zion NP’s.

Het is duidelijk dat Moeder aarde de aardkorst hier flink op zijn donder heeft gegeven. Maar het meest aparte fenomeen moet nog komen: de monocline. Het Colorado plateau, bestaande uit 19 laagtypen door zee en duin vanaf 245 milj jr gelee gespaard sediment is door aardtektoniek flink opgetild, ooit vanaf 75milj jr terug. Ondergronds, knap diep zitten echter hier en daar breuklijnen, slenken, ‘faults’, zoals de Andreas- en Moab-breuk. Op de plek waar we nu zijn zit ook zo’n breuk en geen kleintje ook: ruim 140km lang, vanaf Lake Powell noordwaarts! Die breuk opent zich 280miljoen jr geleden plotsklaps en de hele opbouw van 19lagen breekt verticaal doormidden en de helft klapt ruim 90° opzij omlaag.

De hoge zijde (9km breed) is ineens 2150m hoger dan de omgeklapte zijde. Dit wordt een monocline genoemd. Effect is dat eerst horizontale lagen deels verticaal liggen. En dus dat alle onderste lagen van de hoge zijde (westkant, bergwand) bloot vallen en hetzelfde spul bevatten als de hoogste van de lage zijde (oostkant) van de slenk. De volgende (westelijk hogere) laag ligt nog oostelijker naast de eerdere, de volgende daarnaast oostelijk, etc. etc. etc. 19 lagen lang, 24km breed!! De zaak is dus omgevouwen: een Fold.

Die 24km gaan we morgen rijden en bekijken.

Wat is daar al van te zien, vandaag: Bovengenoemde Badlands zijn bijv. 100milj jr oud, de Bentoniet heuvels 150 mjo, de kliffen bij Fruita 200mjo, de Fremont River kloof 250-290 mjo.

290milj jr zijn in het park naast elkaar te zien. De naast elkaar liggende lagen reageren verschillend op de oppervlakte-werking van weer en erosie, oftewel water (flash flood, Moesson) en wind. Ook Arches en Bridges ontstaan bij beter doordringbare rotsen. Toevallig bevat de bodem ook heel veel ondoordringbare holtes, oftewel potholes/tinajas/watertanks danwel ‘waterpockets’: Waterpocket Fold.

Langs de diverse rivieren liggen grote zwarte lava-bolders die hier door gletsjers gebracht zijn. Allerlei minerale onzuiverheden mengen zich met het overige, in beginsel witte of grijsgroene of lichtblauwe, rotsoppervlakte zoals limonite (oranje-bruin), gereduceerd ijzer (donkergroen), hematite (roodbruin-paars), gypsum (helder wit). Vaak zijn meer of minder ronde gaten te zien, ‘caveties’ die ontstaan doordat zachter materiaal gezandstraald wordt door rondtollend harder materiaal.

De aaneengesloten bergruggen waren lang enorme obstakels voor wie zich oost-west verplaatsen wilde. A la zeevaarders noemde men het een Rif (Reef). Ook is er een kenmerkende hoge ronde gelig-witte bergrug, een ‘Dome’, die ‘Capitol Reef’ is genoemd waarnaar dit Nat. Parc is vernoemd.

Beestjes en plantjes: na vertrek uit Goblin rijden we over één van de vele veeroosters. Een Gopher steekt net zijn kop er tussen door als mijn wielen het rooster raken. Heel snel was het koppie pleite. In de avond staan we weer bij de oostingang; het bordje ‘niet kamperen’ is vast niet voor RVOvernight. Daar verblijdt een Wielewaal ons met zijn oranje koppie en geel-zwart kleed. Een Konijn scharrelt rond, net als een stel hagedissen, w.o. een hitsige man. Ook een Squirl zoekt struik en bodem af naar wat wils. Een andere rent de weg over. Div. vogeltjes tonen zich wel maar laten zich niet goed zien.

Wat opvalt vandaag: in menige ‘washroom’ hangt een ‘sharp item collect’ bakje waar je bijv. diabeetnaalden in kwijt kunt. Komend uit Hanksville moet je nog 15km voordat je het Vis. Center bereikt en een brochure etc. krijgt. Pas dan weet je dat de campground al vol is, en waar je (niet) vrij mag staan. Vlak voordat je het park inrijdt mag je wel, daarna niet vrij staan. Ook vandaag is het licht schel in Goblin. Verderop is het iets minder fel, maar het oogje raakt toch best geirriteerd…. Hier is veel groen, heerlijk koel zicht.

180518. Tegen 9u rijden we richting de Scenic Route, lekker rustig. We passeren een laag watervalletje, de oude school, petroglyphen, boomgaarden en slaan af bij het Visitor Center. We passeren 150 jaar oude vruchtpluis loslatende Freemonts Cottonwood bomen, een oude smidse, Gifford House en komen bij de campground (full!). Daar steekt ineens bijna een bol beestje met korte staart over, en meteen weer terug. We stoppen. Mar stapt uit en wenkt heftig: Marmotten!! Twee! Drie! En jawel, een koddig koppie steekt uit het hol. Iets verder verschijnt een tweede en komt ook naar het hol. Samen staren ze naar Mar, en ik kan ze goed filmen.

Nieuwe soort. JOEPIEE!!

Dan begint de Scenic Route. Naarmate we vorderen neemt de bevreemding toe…. De folder belooft ‘breathtaking views at the Watertank Folds’ langs deze route. De foto in het Visitor Center toont een goed herkenbare fold. Volgens ons echter rijden we naar het zuiden, en de folds moeten dan oostelijk liggen, links dus. Daar is echter alleen een heel hoge steile wand. En die zou aan de andere kant moeten liggen…. Er is maar één conclusie: we kijken tegen de ‘achterkant’ van de ‘uplifted’ kant.

Indrukwekkend en gevarieerd genoeg, daar gaat het niet om…..

Aan het eind van de route bereiken we de ingang naar Capitol Gorge. Pech, want die is unpaved en pas na een paar mijl komt de trail naar de Gorge. Doen we niet. Wel zien we in de Gorge hoog boven alles de Dome uitsteken, een witte hoge koepel van rots.

We ontbijten er, en rijden rustig terug. Mooie steile rotswanden, net alsof ze net uit de grond gerukt zijn, met een hoop puin er onder. Fraai zat, maar geen Fold!

We realiseren ons dat we de Fold wel degelijk goed gezien hebben, vanaf Hanksville t/m Fruita!

Hadden we alleen even willen weten. We halen nog een bak koffie en Rabarber/Aardbei-taart bij Gifford House, een van de overblijfselen uit wat ze hier historie noemen…. 1890.

We gaan naar Torey, tanken er en gaan wifi-en bij het Visitor Center van Wayne County. Ook hebben ze de brochure die ik wil hebben voor de komende twee dagen. De weersvoorspelling geeft ‘incidental thunderstorm’ aan. Het wordt inderdaad aanmerkelijk koeler….. en bewolkter.

We gaan op zoek naar een leuk eettentje. En een overnight-stekkie. Het wordt Red Cliff Restaurant voor pizza en burger. Een paar druppels vallen. Daarna is het door wolken belaagde zonnetje weer terug. Onze mifi heeft connectie maar erg goed is de verbinding niet. Hoewel…. het probleem blijkt in WordPress te zitten. De mediabieb is vol. Eerst schonen. Alles is daar nu weg tot 170625….

180516 17 Moab2Goblin Valley

Iets later dan de vorige dagen taaien we af en nemen afscheid van Moab en Arches. Bij Archview slaan we nog ijs in plus ananas-snoepjes-met-te-veel-suiker. En dan gaat de grote omme beginnen. Eerst 40mijl noord, dan 40 west, dan 40 zuid, dan weer 10 west. Hemelsbreed zijn we dan 50 mijl westelijk van Moab.

De omgeving verandert bij elk stuk van deze route. Eerst worden de rotsen steeds lichter van kleur. De woestijn wordt Noord steeds leger qua steeds lagere begroeiing, met steeds meer open stukken. Bij Green River West wordt een brede strook ineens groen; kunst, bij de Green River. Dan worden de rotsen steeds geliger, beige (Carnotite, uraniumhoudend). Ze zijn glad, onbegroeid met verticale sleuven, als bij Bentoniet. Vervolgens verdwijnt Zuid ook het geel en bij de St.Rafael River is ineens weer een strook groen. Dan gaan we West richting Goblin State Parc.

Plots zit op een heuveltje, achter twee groene struiken, een grote roofvogel. Typisch voor Golden Eagle (Steen Arend). Hij tilt net zijn staart op voor een laatste ontlasting en stijgt dan op thermiek omhoog, al draaiend. Duidelijk wittige vleugelvlekken verraden de Adult man. Tikje bevreemdend want wat eet dat beest hier!? Normaal stort hij zich op herten e.d. en die hebben we al een tijdje niet gezien. Niettemin, onze eerste in de VS! JOEPI!

Iets verder steken ineens een paar herten over, Whitetail denken we kort… maar dat lijkt stug hier. Meteen valt de grote witte spiegel met blondbruine staart op, daarna zien we dat de buikzijde van de verder blondbruine vacht en dwarsstrepen op de nek wit zijn: Antilopen! Zonder gewei, dus hindes.

Achter hen loopt nog een groep van 8 wat verder in het veld. Nieuwe soort! Pronghorns!!! JOEPI!

Die waarnemingen stroken met elkaar. Steenarend eet Antiloop, immers. In het Visitor Centrum wordt de Pronghorn bevestigd, en lezen we dat er in dit gebied ook de hoogste concentratie Bighorn Sheep moet zitten. Fun for Goldie!

We draaien de weg naar de Goblin Valley op en rond en omhoog, met links een uitgestrekte ‘lege’ vallei met de ‘drie Koningen’,

en rechts een wand met wat paddestoelachtige Hoodoos oftewel ‘Goblins’ tot we bij het uitkijkpunt komen aan het eind van de weg. Hier kijk je tegen een forse ronde vallei aan, begrensd door steile wanden die nergens glad zijn, integendeel.

In de vallei staat het boordevol Goblins (‘trollen’). Op het eerste gezicht lijken ze niet af, net niet gelukte cakejes, alsof ze nog een finishing touch nodig hebben. Echt jong zijn ze niet gezien de bergwandhoogte er omheen, waaruit ze geërodeerd zijn. Ooit was deze vallei berg, immers.

We zetten de wagen neer bij het toiletgebouw en lozen meteen de cassette. Pal ernaast kunnen we omlaag naar de Goblins. Eerst valt Mar d’r blik op een Gopher (Kangaroo Rat, Buidelrat) die zijn kopje nieuwsgierig uit zijn holletje steekt een paar keer. Hij wil niet op de foto, en sluit de opening ongezien af.

We dalen af om wat tussen de Goblins rond te dwalen. De meeste zijn zo’n 5 á 10m hoog.

Ze hebben vaak een paddestoelachtig model, met bredere hoed, dunnere steel en weer een dikke voet. En dat in alle ondenkbare vormen.

Soms liggen er handenvol min of meer ronde keien bij elkaar.

Vele zijn nog tonvormig of lijken misvormd, onzin natuurlijk.

Achter deze vallei en bergrug moeten nog twee valleien met Goblins zijn, dat is echter flink lopen en we hebben lanterfantplannen vanmiddag.

We zitten lekker in de avondzon als een laat aankomende buur met bar herrie makende motor deze lekker laat lopen; eerst om automatisch waterpas te komen op vier pootjes, dan om de shifts-out out te shiften en vervolgens vertelt hij me dat zolang er gekookt etc wordt die motor niet af kan…… Tot in donker blijft dat kreng lawaai maken, binnen horen we het iets minder.

Tegen donker, met de rug naar de bergrug en kijkend naar het vlakkere oosten, schuift de zon-einder steeds verder weg. Mar ziet ineens, precies op die grens iets flitsend bewegen. Het is de zon die op twee wit blonde Pronghorns schijnt die stevig aan het doorstappen zijn. Geen gewei zie ik in de kijker, dus hindes wrschnl.

De sterrenhemel is in het bijna pikkedonker heel goed te zien, na even wennen. We zien de grootste dichtheid tot nu toe. Patronen herkennen is er dan echter niet bij..

Eigenlijk is ons oordeel hier dat de Valley tot de 3M categorie behoort, Minder maar Mooi! Minder omdat vooral het overzicht fraai is, maar als je er tussen loopt dan zie je vooral de kei en niet de vorm meer zo nadrukkelijk. Mooi omdat het uniek is vlak bij Arches zo’n totaal ander type erosie tegen te komen.

170miljoen jaar gelee was deze valley een moddervlakte aan zee met getijwerking. Steeds meer zand, zout en klei werd over die modder gedeponeerd. Net als bij Arches ontstaat zo Entrada-zandsteen met zandsteen, zoutsteen en moddersteen. Echter, Arches had geen getijdewerking maar was droog en duin, dus zonder zoutsteen! Harde zandsteen-lagen afgewisseld met zachtere zoutsteenlagen maakt de vallei hier uiterst geschikt voor de erosie tot massale aantallen Goblins. Die erosie begint bij de bergwanden. Naar het midden van de vallei zie je het volledig of meest afgesleten materiaal.

De Goblins zelf ontstaan doordat de horizontale lagen zout- en zandsteen verticaal breuken vertonen en zo van elkaar worden gescheiden. Scherpe hoeken worden door weersinvloeden afgerond. De zachtere modder- en zoutsteenlagen worden eerder uitgewassen dan de hardere zandsteen zodat er zich op de verschillende lagen van een kolom verscheidene diktes voordoen. Het zandsteen vormt mn. de caprock (daksteen). Diverse mineralen, bijv. Ijzeroxide, bepalen mede de stevigheid per laag, wat ook weer tot verscheidenheid leidt. Uiteindelijk: Goblins!!

Rond 60miljoen jaar geleden werden de bergen gevormd door opwaardse druk, bijv. de San Rafael Reef (‘rif’). Het mooist vind ik de bergwanden bij en rond de campground. Die tonen de primaire afkalving erg fraai.

Loop je over de campground, dan zie je ook nog zoutresten langs modderige afwaterloopjes. Ook de kleuring en de verticale slijtage zijn daar goed te zien. Tenslotte zie je daar dat het ijzeroxiderijke gesteente resteert voor de Goblinvorming ipv het dan uitgespoelde wittere topgesteente.

De Goblins zijn feitelijk niet goed te vergelijken met de keiharde Rock City boulders, of met de Pinacles en Hoodoos bij Cochise Mountain. Die zijn m.i. in veel opzichten ook indrukwekkender. Ook Arches is totaal anders en van een bovencategorie. Bijzonder zijn de Goblins zeker!

Wat opvalt: We zijn aangekomen in het oosten van Canyonland. Aan deze zijde speelde rond 1800-1900 het ‘wilde westen’. In Green River heeft de Wild Bunch met Butch Cassidy en Sundance Kid opgesloten gezeten na hun roemruchte carriere als uitschot, paardendieven, trein- en bankrovers. Zij trokken zich veelvuldig terug op de vlucht in deze contreien (‘de Roost’) rond 1890. En : Trijnie is jarig!

Plantjes en beestjes: Bloeiende planten zien we totaal niet in deze kale woestijn. Ook verder is het qua flora karig, bij Gopher stond de Hairy Golden Aster. De fauna is al benoemd.