180524 25 Red Canyon Panquitch Parowan hw143 hw14

Vanuit Bryce is het maar een kort stukje naar Red Canyon. Eerst echter doen we nog boodschappen en een bandenspanning en oliecontrole.

Red Canyon is een langwerpig gebied, doorsneden door de Hw12. Je rijdt door twee tunneltjes, normaliter.

Er zijn geen paved roads buiten deze. Bij het Visitor Center zijn wel twee korte trails, die ik dan ook loop. Er staan wat Hoodoos, maar na Bryce doen deze wat amateuristisch aan.

Niettemin, leuk ze te zien. De weg naar meer trails blijkt een dirtroad, pech want zo missen we de Archtrail plus twee landelijk gelegen parkeerplekken bij de trailheads…. Zo hebben we morgen een dagje over, die we gaan besteden aan de Scenic Routes HW143 naar Parowan en de HW14 naar Springdale.

Vervolgens slaan we aan het eind van de Hw12 af, langs een riviertje naar Panquitch, wat in het Paiute ‘grote vis’ betekent. Dit dorp ligt lieflijk in een vallei op 2215m hoogte en is bekend vanwege de Mormoon huizen. We rijden dan ook een ommetje om er een paar te zien, nadat we getankt hebben voor $3.39/g. De huizen zien er jonger uit dan in Escalante. Langs de hoofdweg staan een aantal hekken met verschillende grote Quilts er over gedrapeerd, wat verwijst naar Patchwork Road. We stoppen bij een sportveld bij een school waar een happening begon te gebeuren, en dus gingen we kijken wat voor gebeuren: Graduation. Jammer, niet spannend… wel een goede plek voor de nacht. Diner met soep en soep!

180525. Na het opstaan rijden we naar het tankstation in het centrum en ontbijten daar voor de deur. Toilet binnen, zonder dumpmogeljkheid dus. De HW143 begint stijgend met een weg met ‘patchwork’, matig dus soms. Ondanks dat het Memorial Week en Weekend is, is het lekker rustig en we karren al hoger en hoger door High Desert en vervolgens door Pigmy Pine gevolgd door Pines en Aspen.

Op 2200m ligt er ineens een flink meer, met de nodige bedrijvigheid er om heen. Bootjes, huisjes, lodge etc. Jammer, in zo’n omgeving.

Deze weg is om twee redenen bekend, buiten zijn scenic gehalte. Allereerst ligt het op de oostelijk rand van het Coloradoplateau. Vervolgens zijn hier Mormonen over- en doorheen getrokken rond 1850 vanuit Salt Lake City, toen er hier geen weg of pad te bekennen was. Dat deden ze ook nog in de winter en op 3000m hoogte kwamen ze vast te zitten in de metershoge sneeuw. Dank zij een inval om de grote patchwork (lapjes) dekens op de sneeuw te leggen kon er verder gegaan worden zonder veel wegzakken.

Hoe hoger hoe bossiger, eerst. Hele delen zijn verbrand, en daar steken de groene Aspen in het zonnetje fraai bij af. De rotsige ondergrond verandert van grijs naar zwarte keien en boulders. Lava! Het magma is hier door scheuren omhooggeperst en bovengronds afgekoeld tot lavasteen. Indrukwekkend die zwarte bergen keien, en goed voor een foto, dus de wagen langs de weg gezet met alarmlichten aan. Al lopend zonder enkels te breken word ik opgeschrikt door een felle schelle hoge fluit. Niemand om me heen, snap ik er niets van tot duidelijk is dat het geluid uit de lavahellingen komt. Pika’s!!? Al zoekend merk ik een kleine beweging, en jawel. Een drietal Yellow Belly Marmots zit op de uitkijk tussen de keien, praktisch onzichtbaar.

Na Mar geroepen te hebben voor de kijker gaan we er omheen en er naar toe. Het kost wat tijd maar ze laten zich goeddeels zien, nieuwsgierig als ook zij zijn.

Een stevige mooie man zit apart van twee jongere/vrouwelijke exemplaren. Zowel op foto als film zijn ze ondanks de afstand goed te zien. Nieuwe soort!! Joeperdepoepie!

Doorrijdend zien we rond 2300m plots sneeuwranden. Apart! Dan komen we bij de overlook op 2250m westwaards, waar Mar in de sneeuw mag poseren

en waar we ineens weer een rozig uitzicht hebben op Claron limestone op Entrada-lagen, met wit, grijs, roze en geel. Verrassing, want die verwachtten we niet meer.

Plotselinge beweging op de gelige puinhelling bij een gelige steen en jawel, Marmotten! Drie stuks zijn daar lekker zichzelf, net te ver voor goede opnamens?

Bij het wegrijden hopt een Mule Deer in langzame hogeschooldraf zeer gracieus vanuit de hoogte naar de lagerte. Al gauw komen we daarna in een typische wintersportomgeving, waarna de weg bochtig met ruim 14% daalt. De 2e versnelling en de remmen moeten aan het werk! Na een Runaway Truck Ramp is een mooi plekje om af te koelen en het remodeurtje te laten vervliegen. Koffietijd dus, pal voor een stel fraaie Hoodoos in het grijs dit keer! Een donkere Specht bezoekt een Asp en geeft me het nakijken….

Na de afkoelperiode karren we door naar Parowan langs diverse grote grijze Hoodoos langs en op de berghellingen.

Af en toe is de helling afgekalfd en zien we de roodroze steenlaag onder de oppervlakte. Raar dus, die grijze Hoodoos…

In Parowan staan flink wat fraaie moderne huizen. Bij de Mexicaan eten we mexicaans, er is geen wifi. Via de snelweg tuffen we vervolgens naar Cedar City waar we de HW14 opduiken. Flink stijgend en soms door canyons komen we tot grote hoogtes, rond 3000m. Regelmatig ligt er sneeuw te dooien, getuige ook de stromende beken langszij.

Bij de 148 slaan we af naar Cedar Nat. Monument waar we, aan het oost Rim Amphitheater van 3 mijl breed, tal van overlooks zien met diep geëtste rozerode steile limestone wanden op 3150m.

Vaak zijn er nog dikke sneeuwplakken te zien, hoewel niet groot. Tot tweemaal toe zien we Mule Deer grazen. Verder is het rustig maar mooi. Nb. Kolonisten hadden niet door dat de Cedars geen Junipers waren en noemden de streek Cedar Breaks. De Breaks kloppen wel, ingesneden bergen. Het gebied wordt ook Grand Staircase’s Crown genoemd, vanwege de hoogste locatie waar deze kroon op het etswerk is geplaatst op het Markagunt Plateau door Mama Natura. De Paiute noemden het U-map-wich, ‘Sliding Stones’. Roid, wit en geel worden door ijzer- en mangaanoxide ingekleurd.

Net buiten het park is een grote weide met ruim zicht en randen met stukken dennenbos. Prima plek voor de Overnight. Het waait stevig en je waant je in niemandsland. Desalniettemin hebben we mifi-bereik…..

Plantjes en beestjes: We zien weer nieuw spul, los van de Belly marmot en Mule Deer. Plantjes: Gisteren de Colorado/Alcove Columbine. Vandaag: Lemon Springparsley, Alpine Bluebell en Engelmann Spruce. Vaak zien we de laatste dagen ‘madeliefjes’ of Fleabanes? En bloemen en resten van ‘blaas’ (paarde)bloemen. We zijn te vroeg voor de uitbarsting van de subalpine bloemen, eind juni tot medio juli… Speciale bewoner is de Bristlecone die 1600jaar oud is, en op Spectra Point staat, en weinig concurrentie in dit barre klimaat heeft. Het gebied heeft inmiddels de aanbeveling van het VS Congres om bestempeld te worden als ‘Wilderness’, oftewel verder onaangeroerd gebied.

Wat opvalt: Erg veel dode bomen weer. Engelmann Spruce (Fir met hoekige naalden met een vierkante doorsnede) die keverkoorts hebben. Deze kevers slopen bossen tegelijk en keren als plaag om de zoveel tijd voor 30jaar terug. Deze periode is bijna afgelopen…

180526 We zien gisterenavond en vanochtend geen wild, pech. Verder rijdend naar het eind van de prachtige Scenic route wordt het steeds drukker, Memorial Weekend! We zien 3 roadkills, allemasl Mule Deer. Eenmaal steekt een Pronghorn man over,

en verderop een Mule Deer. Dan zijn we al gauw weer op de doorgaande weg richting Springdale en Zion!